Volgens de Belgische pers weten ze zelfs bij uitgeverij Prometheus niet meer of Herman Brusselmans nu zijn 52ste of 53ste boek heeft afgeleverd, maar hoe dan ook: zijn nieuwe roman Van drie tot zes is een feit en past naadloos in zijn oeuvre, met veel ranzigheid en ondoorgrondelijk geouwehoer.
Hoofdpersoon is Willem Zundap, die zijn vader doodslaat met een schep waarvoor hij vier jaar in de gevangenis verdwijnt. Daarna krijgt hij tussen drie en zes uur 's nachts een radioprogramma en werkt hij tevergeefs aan een schrijverscarrière. Intussen droomt hij van een imaginair meisje Blue en tot slot trouwt hij met Irène, in zijn ogen een apin die naakt even onaantrekkelijk is als een 'ontstoken galblaas'.
Dat is wel zo ongeveer wat er gebeurt, verder wordt er onophoudelijk gekletst en gedacht - en dat alles opgedist zonder hoofdstukindeling en nauwelijks alinea' s. Wie Van drie tot zes wil lezen, moet moeite doen en bovendien over een sterke maag beschikken, want geen detail over kontneuken, vaginale afscheiding en abortussen blijft onvermeld.
En dan blijkt er nog aardig wat humor in het boek te zitten, zieke humor meestal, maar allà. Zundap fantaseert bijvoorbeeld hoe hij iemand een schedelbreuk slaat, waarna de beste man geen 'potplant' meer van een 'koersvelo' kan onderscheiden. Of: 'Kuttige Evy Gruyaert. Met je kleine tieten. Is het zo moeilijk om daar 350 cc siliconen in te laten blazen?'
Het wordt zelfs een klein beetje leuk als Zundap een manuscript aanbiedt aan uitgeverij Prometheus en eerst de telefoniste opgeilt en dan een redacteur uitkaffert, omdat die zijn schrijverskwaliteiten niet ziet. Brusselmans zelf kán schrijven, maar wil hij dat meer mensen dat opmerken, dan moet hij zijn 53ste of 54ste roman om te beginnen eens onderverdelen in alinea's en vooral minder smerig bezig zijn.