Terwijl het produktiebedrijf Kladdaradatsj! de verfilming van 'De Terugkeer van Bonanza' aan het voorbereiden is, ligt nu al een vervolg op die roman in de winkel: in 'Guggenheimer wast witter' zet de entrepreneur Guggenheimer zijn even succesrijke als gewetenloze opmars voort. Zijn commerciële televisiestation B.O.N.A.N.Z.A. draait nog steeds op volle toeren, maar deze keer zoekt Guggenheimer zijn fortuin ook in de winderige reclamewereld. En passant geeft deze raddraaier, wlens leven op een screwball comedy from hell lijkt, een aai aan onder meer de godsdienstigen, het rabbinaat, de reclamejongens altegader, buitenlands huispersoneel, kunstkenners, Russische mannen en vrouwen, het koningshuis, de textielbaronnen De Clerck, de burgemeester van Gent, Nadine De Sloovere, Anne De Baetzelier, Dana Winner, de vrouw van Bart Peeters, Margriet Hermans, Veerle Claus, Daisy Van Cauwenbergh en Andrea Croonenberghs. Achterin deze roman had een handige index moeten staan.
Ver van de wereld die hij beschrijft, ontvangt de schrijver Herman Brusselmans mij in zijn flat, die, één hoog, in een van de hipste buurten van Gent gelegen is. Het is ooit anders geweest, maar nu drinken we allebei water, de gedachte dat vissen erin vogelen ten spijt.
HUMO Waarom heb je een vervolg op 'De terugkeer van Bonanza' geschreven?
HERMAN BRUSSELMANS Omdat er een vervolg in zat. Niet wegens het succes van 'De terugkeer van Bonanza', want daar ga ik nooit van uit. Mijn succes is relatief: vijftienduizend verkochte exemplaren wordt in Vlaanderen een klapper genoemd, maar eigenlijk is dat veel te weinig..
HUMO Succes zou in jouw geval ook kunnen betekenen: de mate waarin je naar aanleiding van een boek in de media kunt verschijnen. Voor een schrijver heb je daarover niet te klagen, dacht ik.
BRUSSELMANS Televisie zegt mij niets meer. Ik heb dat medium jarenlang - kritisch - bekeken, eventueel om stof op te doen voor mijn romans. Ik heb er ook altijd in geloofd, maar mijn geloof is al te naïef gebleken. Een voorbeeld: de kranten stonden vol over de shit die ik in 'Schermen' heb gehad naar aanleiding van mijn column over de VTM-omroepsters. Daar had één ding duidelijk uit moeten worden: dat ik geen fan van commerciële televisie ben, om het eens eufemistisch uit te drukken. Wie dat toen nog niet besefte, heeft zaagsel in zijn hoofd. Maar wat gebeurt er? Een week na die shit met 'Schermen' word ik opgebeld door VT4. Of ik in de jury van 'De Nieuwe Soundmix Show' zou willen zitten. Toen heb ik me toch afgevraagd wat voor nut het allemaal had: je ramt er je afkeer met een voorhamer in, en nog willen ze van je diensten gebruik maken, alsof er helemaal niets aan de hand is.
Televisie is voor negentig percent rotzooi, maar van de overige tien percent kan ik nog steeds kippevel krijgen: daar blijf ik bij. Alleen word ik ziek van de overmacht van die negentig percent. Ik heb die ziekte lang kunnen afremmen door erover te schrijven, door dus naïefweg te denken dat ik op bescheiden schaal meehielp aan de verbetering van het medium. Maar op een bepaald moment heb ik moeten inzien dat dat onmogelijk is. Ik kijk dus helemaal niet meer naar VTM of naar VT4. Ik ben er altijd van uitgegaan dat je niet over Bart Kaéll kunt schrijven als je zijn programma's niet hebt gezien. Nu kijk ik niet meer naar zijn programma's, en dus zal ik ook niet meer over hem en zijn soortgenoten schrijven.
HUMO Zover hebben ze je gekregen.
BRUSSELMANS Inderdaad. Ze winnen. Maar ze verliezen één kijker (lacht). Tegen zulke abstracte monstruositeiten als 'de commerciële televisie' en haar in kijkcijfers uitgedrukte achterban, kan je ook niet winnen. Je kunt het als schrijver ook nooit van een politiek regime winnen: een antifascistisch auteur kan nooit een regering omverwerpen. Vlakaf Havel beweert natuurlijk van wel, maar ik geloof er niet in. Het monster van de commerciële televisie heeft geen gezicht; als je het, zoals ik, in geschrifte een gezicht gééft, een lelijk gezicht, dan sleuren ze je voor de rechter.
Het echtpaar Versnick-Wesenbeeck doet mij nu een proces aan, wegens die column op Studio Brussel. Ze eisen van mij persoonlijk één miljoen frank. Natuurlijk hoop ik dat proces te winnen. Ze kunnen er me niet mee klein krijgen, want dat miljoen interesseert me in wezen geen bal, of ik het bedrag in kwestie nu heb of niet. Ik steek mijn miljoen nog liever in brand dan dat ik het aan het echtpaar Versnick-Wesenbeeck geef. Omdat ik dat miljoen nu ook weer niet graag in brand steek kan ik dus maar beter het proces winnen. Niet alleen voor mezelf, maar voor iedereen die over dat soort figuren al eens iets opschrijft. Als zij winnen, is het hek van de dam..
HUMO Hoe luidt de aanklacht?
BRUSSELMANS In de dagvaarding staat: 'morele schadetoebrenging'. Dat komt neer op smaad, denk ik. Het kan niet anders of er is kwaadaardigheid in het spel. Tussen de uitzending van mijn column en hun dagvaarding zijn bijvoorbeeld drie maanden verstreken: een merkwaardig lange bedenktijd. Als ze mij op basis van die column een proces willen aandoen, hadden ze mij eigenlijk al wegens 'De terugkeer van Bonanza' voor de rechter moeten dagen, want in dat boek staat ook wel een en ander dat hen in het verkeerde keelgat zou kunnen schieten..
HUMO Maar daar komt het uit de mond van het fictieve personage Guggenheimer. In die column was Herman Brusselmans zelf aan het woord.
BRUSSELMANS Maar de ik in mijn column is ook een personage. In diezelfde column zegt de ik dat hij met Marlène de Wouters naar bed is geweest. Ik, Herman Brusselmans, kan zwart op wit bewijzen dat ik die omroepster nooit beslapen heb. De hele context is dus al fictief. Ik ken die mensen ook helemaal niet, en zij mij evenmin: daarvan zouden ze kunnen getuigen. Natuurlijk pluk ik wel eens elementen uit de realiteit: Wesenbeeck heeft bijvoorbeeld in werkelijkheid twee kindjes. Die informatie haal ik uit de pulppers, waarin Wesenbeeck die kindjes zelf opvoert. Ik heb daar niks op tegen, voor mijn part mag ze zelfs haar reet of haar baarmoeder aan Dag Allemaal prijsgeven, maar ze moet wel bereid zijn de gevolgen daarvan te dragen.
Ik zal nooit iets schrijven waarvan ik weet dat het waarlijk pijnlijk is: ik zal me bijvoorbeeld nooit vrolijk maken over het feit dat die of die kanker heeft. Daar ligt mijn grens. De blaadjes schrijven eenzijdig positief over televisiepersoonlijkheden. 'Laat ik nu eens het omgekeerde over hen schrijven,' denk ik dan. En daarbij roddel ik nooit; ik breng geen zaken aan het licht die eigenlijk niet geweten mogen zijn. Als ik schrijf dat Lynn Wesenbeeck osseknieën heeft, dan is dat geen roddel, want ik heb haar wel eens tegenover Eddy Demey in een fauteuil zien zitten. Daarbij dacht ik: 'Shit, wat heeft die Lynn lelijke knieën, zeg maar: osseknieen.' Ik heb recht op een persoonlijke waarneming, maar voor de rest val ik die mensen nooit persoonlijk aan..
HUMO Hoezo?
BRUSSELMANS Ik val datgene aan waar ze voor staan; ze zijn au fond acteurs, ik val dus de acteur in hen aan. Bovendien hebben die mensen ook een podium van waarop ze mij kunnen pakken: ze komen elke dag met hun smoel op de televisie en week na week worden ze door kranten en weekbladen geïnterviewd. Van die situatie kunnen ze best gebruik maken om over mij te zeggen dat ik een impotente nitwit met een puistige kop ben, die zijn vrouw slaat en zijn huisdier verkracht..
HUMO Nu wordt er ook heel vaak op jou gescholden. Misschien ben je dat inmiddels gewoon. Verhard je daar niet ontzettend door? En kies je, juist door die verharding, niet steeds zwaardere wapens?
BRUSSELMANS Ik ben altijd hard geweest. Vanaf het prille begin heb ik een kutwijf een kutwijf genoemd, en een klootzak een klootzak. lemand die knipsels over mij en mijn werk bijhoudt, vertelde me gisteren dat hij enkele stukken van Louis De Lentdecker had, waarin die mij bijzonder hard aanpakt. Ik heb niet eens de behoefte die stukken te lezen, laat staan de behoefte om Louis De Lentdecker een proces aan te doen, wat die ook over mij mag schrijven. Het raakt me doodeenvoudig niet.
Ik lees overigens geen kranten meer. Vroeger was ik op twee kranten geabonneerd, en elke dag las ik een tijdschrift. Ik ben het beu, zodat ik het allemaal niet meer volg. Je weet dat ik een voetbalfan ben. Vroeger las ik de voetbalkaternen van a tot z. Nu ben ik alleen nog in het spelletje zelf geïnteresseerd. Analyses en commentaren heb ik niet meer nodig - ik leer er ook helemaal niks van. En nu heb ik het niet louter over voetbal. Wat heb ik nu aan de commentaar van x, y of z op bijvoorbeeld de nieuwe spelling? Vroeger had ik meteen gedacht: 'Ik ben schrijver, dus moet ik me voor de nieuwe spelling interesseren.' Nu denk ik: 'Op de uitgeverij zit vast wel iemand die goed is in hondehok en hondenhok. Dat hij zich maar met de spelling van mijn romans bemoeit..
HUMO Ken je je eigen kwetsbaarheid?
BRUSSELMANS Men zou mij eventueel kunnen raken door kwaadaardig over mijn vrouw te schrijven of over degenen die ik lief heb, maar nog steeds zou het niet in me opkomen de schrijver een proces aan te doen..
HUMO Wat voelde je die keer toen Brigitte Raskin in 'De zevende dag' het verdriet dat je om je overleden moeder had, bagatelliseerde?
BRUSSELMANS Dat vond ik heel kwetsend, maar nog net voor de grens waar mijn woede begint. Ik zal toen wel even gedacht hebben: 'Ik ga haar benen breken.' Niet dat ik zelf zo'n geweldige benenbreker ben, maar ik ken wel een Hell's Angel die de klus vaardig kan klaren (lacht).
Ik heb altijd heel erg geloofd in de kracht van het woord. Ook daar twijfel ik nu aan. Het woord is in geen enkel opzicht sterker dan het zwaard..
HUMO De kracht van het woord geldt natuurtijk alleen onder goede verstaanders.
BRUSSELMANS Vandaar dat de tegenpartij meteen naar het zwaard grijpt, in mijn geval: een morele-schadeclaim van één miljoen. Ik weet wel zeker hoe dit soort mensen redeneert. Het denkt: 'Een schrijvertje? Wat is dat nu, een schrijvertje? Hoe verdient zo'n mannetje nu zijn brood? Door zo nu en dan een strontboekje te schrijven en hier en daar eens een artikeltje geplaatst te krijgen? Wel wel wel. Laten we dat schrijvertje maar eens van een miljoentje afhelpen. Dat zal het vast niet hebben, zodat het voor de rest van z'n leven aan de bedelstaf is..
HUMO Je bent natuurlijk niet zomaar een schrijvertje, maar toevallig wel de populairste en meest gelezen schrijver van Vlaanderen. Jouw populariteit vertegenwoordigt toch ook een zekere macht.
BRUSSELMANS Ook daarom vinden ze het interessant om uitgerekend mij een proces aan te doen. Maar de medaille heeft een keerzijde: ik heb ook een achterban. Dat is een kracht die ik niet onderschat. Al ga ik mijn lezers nu ook weer niet oproepen om pal voor me te staan en me ieder één frank te geven opdat ik dat miljoen zou kunnen ophoesten. Mijn achterban wordt natuurlijk door de tegenpartij onderschat, net zoals die ons onderschat. Wij, kritische mensen, nemen de VTM terecht heel ernstig, terwijl mensen zoals wij bij de VTM totaal niet ernstig worden genomen..
HUMO Mag ik je huidige attitude vergelijken met - alle verhoudingen in acht genomen - die van een politiek activist die onverrichterzake alle geoorloofde strijdmiddelen heeft benut en nu noodgedwongen naar de spijkerbom grijpt?
BRUSSELMANS Voilá. Dat is het. Maar zo was mijn attitude nog niet toen ik die bewuste column schreef. Ik zat met m'n blocnote op m'n knieën voor het scherm, waarop Anne De Baetzelier verscheen. lk dacht: 'Over haar ga ik nu eens een column schrijven, zie.' Maar met dat onderwerp bleek ik m'n column niet vol te kunnen krijgen, terwijl ik doorgaans toch behoorlijk uit m'n nek kan lullen, zodanig zelfs dat ik er wel eens een boek van tweehonderdvijftig bladzijden aan overhou. Maar met Anne De Baetzelier haalde ik niet eens anderhalve bladzijde. Toen dacht ik: 'Laat ik maar over alle zeven VTM-omroepsters tegelijk schrijven.' 't Is dus toeval geweest, geen opzet. Had ik die dag Stephen Hawking op de televisie gezien, dan had ik misschien een column over de relativiteitstheorie geschreven..
HUMO Voor de openbare presentatie van een nieuwe roman, heb je meer dan eens een lichte televisiepersoonlijkheid uitgenodigd. Waarom deed je dat?
BRUSSELMANS Dat is een girnmick. Eigenlijk wou ik altijd een knap wijf. Vorig jaar heb ik voor de presentatie van 'Vrouwen mer een IQ' Véronique De Kock uitgenodigd, toen nog Miss België«. In mijn diepste binnenste wou ik haar gewoon binnendoen: ik hoopte dat ze me op het einde van die avond zou zeggen: 'Herman, ben je vannacht alleen?' Maar na haar inleiding was ik haar al beu: ze moest twee minuten volpraten, maar na acht seconden was ze al uitgeluld..
HUMO Hoe kwam je erbij om Frank Beke, de burgemeester van Gent, als personage op te voeren? Heb je ooit een aanvaring met hem gehad?
BRUSSELMANS Niet echt. Maar ik vond dat hij wel eens in een roman mocht voorkomen en daar mag hij blij om zijn (lacht)..
HUMO Beke wordt afgeschilderd als een schlemielige bordeelbezoeker die ook nog eens zo corrupt als de neten is.
BRUSSELMANS Ik had hem Van der Beek kunnen noemen of Van Zwamdonck, maar had ik dà t gedaan, dan hadden Versnick-Wesenbeeck en hun club wéér een overwinninkje geboekt. Volgens mij heeft Beke genoeg humor in huis om er tegen te kunnen. Kan hij er niet tegen, tant pis, dan is dat zijn probleem. Dat vechten we later dan wel uit..
HUMO Hooggeplaatste personen in een bordeel doen belanden, is een klassieker in de satire.
BRUSSELMANS En in een satire zijn alle politici corrupt. Dat is niet mijn opinie: ik denk dat slechts negenennegentig percent van de politici corrupt is. Het kan ook niet anders: hoe groter je macht wordt, hoe groter de fouten die je onderweg maakt. Je kunt nooit aan een bepaalde machtspositie geraken zonder kuiperijen. Daar ga ik van uit..
HUMO Twee andere bordeelbezoekers in 'Guggenheimer wast witter' zijn de VLD'ers De Croo en Verhofstadt. Frank Beke is een socialist. Er ontbreekt naar mijn gevoel een CVP'er.
BRUSSELMANS Had ik er een CVP'er aan toegevoegd, dan had ik duidelijk een politieke roman willen schrijven. Dat was mijn bedoeling niet. Het toeval speelt een grote rol in dat boek: waarschijnlijk had ik, toen ik aan die bordeelscènes aan het werken was, De Croo op de televisie gezien..
HUMO Meer nog dan in 'De terugkeer van Bonanza' dacht ik onder het lezen van 'Guggenheim wast witter' dat je hoofdpersonage een metafoor is van De Duivel.
BRUSSELMANS Hij staat in de eerste plaats voor de duivel in mij. In die Guggenheimer-romans zijn veel meer autobiografische elementen geslopen dan ik me oorspronkelijk had voorgehouden. In mijn autobiografische boeken relativeer ik het slechte in mij door er enkele goede eigenschappen tegenover te plaatsen, want die heb ik ook wel. In Guggenheimer heb ik het slechte in mij niet gerelativeerd. 't Is een verschrikkelijke klootzak, het prototype van de Slechte Mens.
HUMO Gek genoeg doet hij wel eens een uitspraak waar ik het volstrekt mee eens kan zijn, zonder me daarbij een slecht mens te voelen. Bijvoorbeeld: 'Wat hebben mensen nodig? Brood, water en een huis. Toch hollen ze als gekken van hot naar her om zich al die overbodige rotzooi aan te schaffen.'
BRUSSELMANS Terwijl hij er als entrepreneur zelf voor zorgt dat mensen zich allerlei overbodige rotzooi aanschaffen. Dat hij zelf luxe verwerft, vindt hij normaal, omdat hij vindt dat hij daar als enige ter wereld recht op heeft. Ver doorgedreven egocentrisme is het wezenskenmerk van de Slechte Mens. Hij wéét dat hij slecht is, want hij is niet dom. De pest is dat slechte mensen, vooral als ze slim zijn, vaak gelijk hebben, terwijl wij almaar hopen dat ze altijd ongelijk hebben. Ik heb ook heel lang gedacht dat slechtheid domheid impliceert. Denken dat Filip Dewinter dom is, is naief. Die skinheads die hij gebruikt om ergens ruiten in te gaan gooien en cameramannen op hun bakkes te kloppen, die behoren natuurlijk tot het domme klootjesvolk. Het feit dat hij weet hoe hij ze kan manipuleren, is slim. Guggenheimer is volgens mij niet voor de volle honderd percent slecht, maar alles moet wel in zijn kraam passen..
HUMO Guggenheimer stort zich in de reclamewereld, teneinde mensen massaal een zeis aan te smeren, een zo goed als onverkoopbaar artikel nu het landbouwareaal zo geslonken is. Hoe sta je zelf tegenover blindelingse, door reclamespots aangezwengelde consumptie? Laatst moest ik vaststellen dat mijn zoontje wel dertig merknamen van ijsjes kan opnoemen. Op slag was ik weer heel erg tegen de consumptiemaatschappij.
BRUSSELMANS Als hij dertig merken van ijsjes kan opnoemen, dan heeft hij een goed geheugen..
HUMO Dat hij volgens mij beter voor andere dingen zou gebruiken. Ik hoor hem ook wel eens, weggedoken in een stripverhaal, lipsynchroon een reeks reclamespotjes meezingen en -zeggen. De achteloosheid waarmee hij dat doet, is schokkend.
BRUSSELMANS Mocht men tussen de kinderprogramma's door elke dag een fragment uit het werk van Nietzsche uitzenden, dan ben ik er zeker van dat je zoontje die fragmenten ook uit het hoofd zou kennen. Op voorwaarde dat een bloot wijf die teksten zegt, welteverstaan. Ik bedoel maar: het is niet de schuld van je zoontje dat hij hele reeksen reclamespots uit het hoofd kent, het is de schuld van de algemene klootzakkerij die in het kastje overheerst. Ik erken dat het treurig is als je je zoontje dertig merknamen van ijsjes hoort opdreunen, terwijl je zelf erg kritisch staat tegenover de mechanismen van de televisie. Alles wat in reclame wordt gezegd is bovendien gelogen: neem nu dat spotje waarin een verschrikkelijke pipo een vette hamburger over één wit doekje wrijft; hij gooit dat doekje daarna in een teiltje water en die vetvlekken verdwijnen als sneeuw voor de zon. Onderaan in beeld verschijnt de tekst: 'Onder toezicht van een deurwaarder'. Ik moet dat dan geloven. Monique van de Ven zit in een spotje voor een Nederlandse verzekeringsmaatschappij. Aan het einde van die spot verschijnt in kleine letters: 'Alleen geschikt voor mensen onder de vijfenzestig.' Mensen die een verzekering het meest nodig hebben, kunnen er dus naar fluiten. Ongelofelijk fout. Monique van de Ven heeft voor mij afgedaan: een rol in de verfilming van 'De terugkeer van Bonanza' kan ze wel vergeten.
De reclamespots worden ook steeds langer; denk maar eens aan die epische wasmiddel-spot met Jessie De Caluwe. Die gaan ze binnenkort voor reclame moeten onderbreken.
Maar goed, ook de strijd tegen de idiotie van reclamespots heb ik opgegeven. Gisteren zag ik nog een aflevering van Monty Python, waarin een oud vrouwtje zich een knoert van een zuigermotor had aangeschaft. Een ander vrouwtje vroeg: 'Waarom heb je dat ding gekocht?' Antwoord: 'Omdat het een koopje was.' Zo ging het in 1972 en zo gaat het nog steeds. 't Is dus best mogelijk dat Guggenheimer, via een reclamespot, een gepensioneerde huisvrouw die in Luchtbal op de veertiende verdieping woont tot de aanschaf van een zeis kan bewegen. Maar dat iemand in de reclamewereld zich na liet lezen van 'Guggenheimer wast witter' zal afvragen waar hij in godsnaam mee bezig is: vergeet het maar. Met dit soort boeken is het altijd preken voor eigen kerk..
HUMO Op het achterplat van 'Guggenheimer wast witter' worden twee kritieken op 'De terugkeer van Bonanza' geciteerd: 'Eenmaal in de lach geschoten hield ik niet meer op' en 'Dat was werkelijk een tijd geleden, dat ik nog eens zo onbedaarlijk gelachen heb om een boek.' Is het je voortaan alleen nog om dat lachen te doen?
BRUSSELMANS Integendeel. Ik heb mijn planning tot 2000 vastgelegd: eerst dat boek, en daarna da t enzovoorts, meestal met titel en al. Een van mijn doelstellingen bij het schrijven van al die boeken is: steeds meer afstand nemen van het grappige genre, want de mensen zien je op de duur als een soort vrijblijvende komiek, die het zo nu en dan van een woordspeling moet hebben. Dat kan ik ondertussen wel, en dat heb ik ook al bewezen. En als ik toch nog mensen met een voorhamer op hun kop wil slaan, zal ik steeds verder van de grap weg moeten, want hen met een komische hamer van schuimrubber treffen, heeft geen effect. Ze zullen er zelfs om moeten lachen dat ze met zo'n hamer geslagen worden. Ik wil dat de kracht van mijn werk op de duur in de ernst ligt, want de grap als middel werkt niet. Daar zijn zowel Lenny Bruce als Freek de Jonge in de loop van hun ontwikkeling ook achtergekomen. Alleen moet je er ten alle tijde voor uitkijken dat je ernst niet pathetisch wordt. Het spreek vanzelf dat ik voortaan niet alle grappen zal mijden, want dan zou ik de aard van mijn beestje tegenspreken..
HUMO In 'Guggenheimer wast witter' worden bepaalde mensen haast letterlijk te kakken gezet. Guggenheimer, die ook eigenaar is van een bordeel in Kortrijk, controleert de hoeren op schoon ondergoed. Meer dan eens ontdekt hij daarbij iets wat jij 'de bruine streep' noemt.
BRUSSELMANS Dat is pijnlijk. Het heeft te maken met mijn geïdealiseerd beeld van de vrouw. In mijn kindertijd, die zowat tot mijn drieëntwintigste heeft geduurd, dacht ik dat mooie meisjes nooit moesten kakken. Dat ze dus perfect waren. Nu kom ik regelmatig met mooie meisjes in contact, ook wel eens op onderbroek-niveau. Daarbij heb ik wel eens moeten vaststellen: 'Shit ze heeft haar gat niet goed schoongeveegd.' Laten we zeggen dat 'de bruine streep' een symbool is voor het verlies van mijn geïdealiseerde kijk op de vrouw. Stel: je gaat met een vrouw naar bed, je merkt in haar onderbroek een bruine streep op, en na de daad zeg je: 'Het was niet slecht, maar in het vervolg kun je toch maar beter je gat terdege schoonvegen. Probeer eventueel eens die vochtige doekjes.' Dat zou een verschrikkelijke opmerking zijn. Ik denk niet dat ik ze over mijn lippen zou krijgen..
HUMO Guggenheimer is over het algemeen vies van de biochemische huishouding bij vrouwen.
BRUSSELMANS Hij neukt nooit. Hij laat zich pijpen of aftrekken. En hij is natuurlijk een verschrikkelijke machistische, anti-feministische klootzak. Die duistere trekjes onderken ik ook wel in mijzelf. Wie beft nu graag een vrouw die haar gat niet goed heeft schoongeveegd? Maar erover spreken is zodanig pijnlijk dat het taboe is..
HUMO Guggenheimer zegt dat vrouwen voor hem vallen omdat hij macht heeft. Eenmaal voor hem gevallen, worden ze ongelukkig, maar dat prefereren ze boven een leven aan de zijde van een man zonder macht
BRUSSELMANS Daarin geef ik Guggenheimer gelijk. Vorige week zag ik voor de zoveelste keer die prachtige documentaire over de Amerlkaanse tekenaar Robert Crumb, het prototypische lelijke mannetje. Met opeengeklemde kaken zegt hij: 'Toen ik beroemd werd, kon ik zoveel vrouwen krijgen als ik maar wilde.' In mijn geval is dat precies hetzelfde, al ben ik er nooit gefrustreerd door geraakt. Crumb is nog steeds fucked up, hij is nog altijd op wraak uit, omdat die vrouwen er niet waren toen hij het meest naar hen verlangde.
Ik ben er zeker van dat een hardcore feministische trut, zodra ze de kans krijgt, neukt met een man met macht. Dat is zo. Als ze beweert: 'Ik had kunnen neuken met die of die machtige man, maar ik heb het niet gedaan', dan is dat al een bewijs dat ze met de macht van die man rekening hondt. Dat het omgekeerde niet opgaat, is een feministisch probleem: een man wil niet naar bed met een machtige vrouw, maar wel met een mooie vrouw, omdat hij diep in zijn dierlijke zelf beseft dat macht een mannelijke aangelegenheid is. Althans: zo ervaar ik het..
HUMO Een citaat aangaande een kelner: 'Zoals de meeste kelners, obers, winkelbedienden en ander personeel van lagere garnituur had hij het nodig om nu en dan 'ns door een stijlvol meerderwaardig persoon op z'n plaats te worden gezet. Dan kon hij er weer voor een tijdje tegen.'
BRUSSELMANS Ze zouden geld geven om te worden afgeblaft door een hooggeplaatst persoon. Een verhaal als 'Winston Churchill heeft ooit nog op mijn kop gescheten' zouden ze nog aan hun achterkleinkinderen vertellen. Dat hebben ze liever dan dat er tussen hen en Winston Churchill niks was voorgevallen. Er waren hier laatst buurtfeesten en ik ben maar eens onder de mensen gegaan, die mij dan ook aanspreken. Na een kwartier zegt men mij dan meestal: 'Eigenlijk ben jij wel een vriendelijke gast'. Er klinkt keer op keer teleurstelling in door. Ik laat Guggenheimer geen wetmatigheden formuleren die ik niet zelf aan den lijve heb ondervonden..
HUMO Soms vertoont hij vlakaf fascistische trekjes: als hij het zwakzinnige nevenpersonage Karel ontmoet, voelt hij de aandrang om die sukkel hard te stompen en zijn wenkbrauwen in brand te steken.
BRUSSELMANS Stel: je staat met een groepje mensen te praten. Er nadert een rolstoelgebruiker. Geheid zal hij wel over iemands teen rollen of met de scherpe rand van die rolstoel tegen iemands scheenbeen aanrijden. Mijn reflex in die omstandigheden is: 'Doe niet onnozel, sta op en wandel als iedereen.' 't Is een debiele reflex, maar ik heb 'm niettemin. Politically correct ben je pas als je zegt: 'ledere gehandicapte is een goed mens, voor wie je zacht en lief moet zijn.' Terwijl de meeste gehandicapten net als de meeste validen klootzakken zijn.
Daarom heb ik ook iets tegen films als 'Le huitiéme jour'. Ik heb niets tegen die mongool, al zal hij wel een bruine streep van hier tot ginder hebben. maar ik heb wel iets tegen Jaco Van Dormael omdat ik niet uitsluit dat hij die mongool gewoon gebruikt heeft. Als je die mongool iets laat doen wat hij in wezen niet echt kan, dan maak je volgens mij gebruik van hem.
Daar komt nog bij dat één mongool helpen hetzelfde is als vijf frank afstaan aan de hongerlijdertjes in Somalië. Of in het kader van Foster Parents vanop een veilige afstand ene Juan adopteren in Venezuela. Hoe zit het dan met die duizenden andere nooddruftige Juans?
Aan liefdadigheid doe ik in tegenstelling tot vroeger ook al niet meer mee. Over Joegoslavië denk ik: 'Dat ze elkaar maar uitmoorden, de klootzakken.' Onvermijdelijk kom ik dan tot eeuw vrij ongenuanceerde slotsom als: 'Balkanvolkeren deugen niet: tijdens de Tweede Wereldoorlog waren het allemaal collaborateurs en folteraars.' Alles wat moslimfundamentalist is, deugt volgens mij ook niet. Waarom zou ik anders over hen denken? Het nieuws dat ik over hen te horen krijg, is altijd weer verderfelijk. Waarom zou ik nog nuanceren?
HUMO Stel dat niemand nog iets doet ter verbetering van het lot van de mensen, zou de wereld er dan na een tijd nog niet veel slechter op worden?
BRUSSELMANS Wie moet voor de lotsverbetering van mensen zorgen? En waarom moet het menselijke lot überhaupt verbeterd worden?
Omdat men het slecht heeft gemaakt. Er moet dus niet naar verbetering worden gestreeft, maar naar het niet-slecht maken van dat lot. De overheden, de machthebbers, hadden al tijden geleden de honger uit de wereld moeten helpen, want objectief gezien hoeft er helemaal geen honger geleden te worden. Maar mijn stelling is: machthebbers zijn slecht. En dus moet ik wel fatalistisch besluiten dat het niet beter zal worden.
De Groenen van pater Versteylen waren indertijd een goed, zelfs nobel idee, maar pater Versteylen zal natuurlijk nooit een machtig politicus worden. Neen, Mieke Vogels heeft macht verworven, en daarbij kon ze niet anders dan haar groene idealen verliezen. Had ze gezegd: 'Geen zware industrie meer in de haven', was ze dan ooit schepen van Antwerpen geworden?
Natuurlijk niet! Het een sluit het ander compleet uit..
HUMO 'Wat not done is, bepaal ik zelf,' stelt Guggenheimer ergens.
BRUSSELMANS Dat slaat niet alleen op de autonomie van de schrijver. maar ook op die van de mens tour court. Ik heb ooit een lijstje opgesteld van wat politically correct was, en daar probeerde ik dan naar te leven, omdat ik bekend wou staan als een linkse, verdraagzame jongen. Ik wou koste wat het kost tot het linkse kamp behoren. Nu bestaat mijn kamp, mein Kampf, uit mezelf, mijn vrouw, mijn hond en nog een paar mensen die ik graag zie. Het is een kamp zonder naam..
HUMO Guggenheimer is een man zonder vrienden.
BRUSSELMANS Ik heb één echte vriend: de tekenaar Erik Meynen. Waarom? Omdat hij de moeite neemt om hierheen te komen, want ik ga hem nooit opzoeken. Ik ga nergens. Guggenheimer heeft geen vrienden omdat hij niet van gelijkwaardigheid uitgaat. Daarin verschilt hij grondig met mij. Ik beschouw mezelf nooit als de meerdere van een ander individu, maar ik voel me soms wel beter dan bepaalde klassen van mensen. Daarom schaam ik me niet om het over het klootjesvolk te hebben, mensen met wie ik geen contact wil. Mijn wereldje is enorm beperkt en dat is mijn redding. Precies daardoor kan ik ongefrustreerd door het leven gaan. Mocht ik, uit hoofde van een beroep, contact moeten hebben met het klootjesvolk, doordat ik bijvoorbeeld elke dag de trein zou moeten nemen, dan zou ik er gegarandeerd veel minder gezond uitzien dan nu..
HUMO Probeerde je je wereld ook al te beperken toen je een jaar of achttien was?
BRUSSELMANS Toen had ik ook al geen talent om sociaal te zijn, maar ik deed veel meer pogingen om het wel te zijn. Iemand die me zegt: 'Ik heb twintig goeie vrienden,' sluit mijn vriendschap al uit. Hoeveel mensen zijn er niet die iedere week wel een feestje te vieren hebben? Zeven koppels die om heurten bij elkaar over de vloer komen. Daar gaat toch een geweldige leegte van uit? Ik ontvang nooit mensen om te eten. Weet je waarom? Omdat ik, op deze lage salontafel na, niet eens een tafel heb: een uitstekende reden dus. Ik koop speciaal geen tafel opdat hier geen klootzakken zouden komen eten. Eten vind ik iets heel intiems, iets dat je hooguit samen met je vrouw doet. In een restaurant heb ik al moeite met een onbekende die aan het tafeltje naast me iets in zijn mond zit te proppen: dat vind ik vuns.
Zelfs als ik kleine groepen creëer waarin ik bereid ben te functioneren, zijn er nog altijd problemen. Ik drum in een rockgroep die op het punt staat door te breken: The Smiling Disease die groepsnaam heb ik van Crumb, die het over de verziekte kunstmatige glimlach van de Japanners had. Goed, eerst waren we met z'n drieën, en dat was een perfecte, afgesloten microkosmos. 't Was voor anderen heel moeilijk om erin binnen te dringen. De moeilijkheden begonnen toen we een zanger of een zangeres wilden aantrekken. Het heeft dan ook twee jaar geduurd voor we een geschikt iemand hebben gevonden: Sev, een Engelse, die ondertussen al one of the boys is..
HUMO Is het je menens met die rockgroep?
BRUSSELMANS Zodra ik aan iets begin, steekt de ambitie in me op en wil ik de beste zijn. Met die groep wil ik volgend jaar of het jaar daarop dus de beste cd van de jaren negentig maken: zo zit ik in elkaar. Precies wegens die getalenteerde griet denk ik: 'Het kan iets worden.' Ik wil volgend jaar nog niet op Torhout/Werchter staan, maar in 2002 wél..
HUMO Je bent iemand die geen hobby verdraagt.
BRUSSELMANS De spijker op de kop..
HUMO Heb je je ooit al eens arrivé gevoeld?
BRUSSELMANS. Jamais! De dag dat ik me. op welk gebied dan ook, arrivé voel. knoop ik me op.
HUMO In 'Guggenheimer wast witter' pak je ook figuren aan die in dit land een ernstiger soort macht vertegenwoordigen dan de helden van de commerciele televisie: de textielbaronnen De Clerck en het vorstenhuis.
BRUSSELMANS Ons vorstenhuis is ondraaglijk arrogant: dat die knakkers geen interviews geven, vind ik om te beginnen al onwettelijk. Waarom zijn die mensen zo onaantastbaar? En wat hebben ze ooit al gepresteerd? Van om het even welke politicus kun je zeggen: 'Hij is er toch gekomen door iets te doen, ook al heeft hij dan duizend slechte dingen gedaan.' Het enige wat die vorstelijke personen ooit hebben gedaan is geboren worden. Op het journaal zie je bijvoorbeeld Albert een schemerlampenfabriek bezoeken; je ziet altijd de fabrikant uitleg verstrekken aan Albert. Horen doe je niets, want vorstelijke personen mogen niet sprekend worden opgevoerd. Albert bekijkt die schemerlamp op zo'n manier dat je wel moet besluiten: hij weet niet wat een lamp is. Ik zag onlangs Paola in een plantenkwekerij; iemand wees haar een op het eerste gezicht normale plant aan, waar Paola gebiologeerd naar stond te kijken. Ik vroeg mij af wat die man haar ondertussen vertelde: 'Dit is nu wat wij, gewone mensen, de stengel noemen, majesteit'? Volgens mij zijn ze te dom om te weten wat slim is. Ze hebben dus alles om gelukkig te zijn. Dat hebben ze met het klootjesvolk gemeen.
En wat de vermogende familie De Clerck betreft: die is zodanig geëvolueerd dat hun telgen zich ook vorstelijke allures kunnen aanmeten. Zo'n Anthonieken is al van betekenis door het feit dat hij geboren is. Eigenlijk was ik destijds zeer blij met zijn ontvoering. 't Viel mij van zijn ontvoerder Van Haemel tegen dat hij pathetisch instortte nadat hij levenslang had gekregen. Haemers had het anders gespeeld..
HUMO Moeten we, als we willen deugen, over alle rangen en standen heen geen mededogen voelen met om het even welk ontvoerd kind? Evenveel mededogen met Anthony als met het meisje Laetitia dat onlangs verdwenen is?
BRUSSELMANS Er is een verschil. Wat dat Laetitia'tje is overkomen, is verschrikkelijk (Ten tijde van dit interview waren de meisjes Laetitia Delhez en Sabine Dardenne nog niet teruggevonden, RV). Zo'n Anthonieken zal op straat nooit meegelokt worden door een ordinaire pederast, ook al omdat het omringd wordt door body guards, slechte body guards kennelijk. 't Was ook van meet af aan duidelijk dat die ontvoering om geld draaide. Wat mij zo afstootte, was dat Anthonieken na zijn ontvoering verschrikkelijk verdikt was: hij had ook nog eens veel snoep gekregen. Ik stel me voor dat die gewone kindjes die verdwijnen géén snoep krijgen. Twaalfjarige kinderen die vastgeketend in een kelder zitten en af en toe verkracht worden door een of ander monster. Zo'n kind heeft geen hoop. En na de tiende verkrachting wordt het ook nog eens de keel overgesneden. Die totale hopeloosheid van een onschuldig kind is voor mij de absolute nachtmerrie. Die Anthony De Clerck heeft natuurlijk ook niets misdaan, maar hem hadden ze nooit vermoord. Wie een kind wil ontvoeren puur om het te folteren en te verkrachten, neemt iemand anders dan Anthony, want dat is veel te moeilijk. Nu ben ik aan het woord, niet Guggenheimer: mocht men de verkrachter en moordenaar van één van die verdwenen kinderen vinden, dan kan er volgens mij geen sprake meer zijn van een proces. Dat monster moet dood, en wel meteen..
HUMO De afschaffing van de doodstraf is een goede zaak, Herman. Denk om jezelf: nu eisen ze nog een miljoen van je, straks geven ze je misschien de doodstraf.
BRUSSELMANS Goed, maar laat ik dan even fantaseren. Stel dat ik een flik ben die beroepshalve met die verkrachter en moordenaar in aanraking komt. Het moet toch niet moeilijk zijn om die man per ongeluk dood te schieten? 'Hij wou vluchten, edelachtbare, zodat ik hem beroepshalve in de rug heb moeten schieten.' Ik mijmer eventjes weg, hè'. Door zo'n monster koud te maken, kun je volgens mij geen bezwaard geweten hebben..
HUMO Mensen die continu spijt over iets hebben. zijn zwakke mensen.' oordeelt Guggenheimer. 'en zwakke mensen zijn gevaarlijke mensen.'
BRUSSELMANS Ik ga er van uit dat je, in ieder geval op geestelijk niveau, je leven perfect in de hand kunt hebben, zodat je spijt kunt uitsluiten. Ik ben een vrij succesrijk schrijver, maar evengoed als iemand anders zou ik redenen kunnen verzinnen om gefrustreerd te zijn: ik word niet in het Engels vertaald, ik verkoop dus ook geen miljoen boeken in Amerika, ik krijg de Ako-prijs niet, ik word eruit gegooid bij Studio Brussel, ik word niet ernstig genomen als schrijver. Mijn leven is verre van perfect, maar ik heb nergens spijt van. En daar heb ik zelf voor gezorgd, want het is mij allemaal niet in de schoot geworpen.
Op een bepaald moment ben ik vreemd gaan doen: moto's naar de kloten rijden, onnozel doen in cafés, enzovoorts. Omdat ik zoop. Zodra ik me op dat controleverlies betrapte, heb ik bij mezelf gezegd: 'Resoluut stoppen met zuipen.' En daarna niet zeiken over hoe erg het is om niet te drinken. Zelfs daar heb ik dus geen greintje spijt aan overgehouden..
HUMO Vind je nu echt dat je als schrijver niet au sérieux wordt genomen?
BRUSSELMANS Mijn lezers nemen mij wel au sérieux. Dus zou ik kunnen zeggen: 'De mening van de literaire critici zet ik totaal van me af, en ik luister alleen nog naar de mening van mijn lezers.' Maar ik neem de literatuur ernstig, en dus ook de literaire kritiek. Als een groot deel van de critici al vanaf mijn tiende boek - ik heb er inmiddels eenentwintig gepubliceerd - zegt: 'Daar heb je Brusselmans weer met een boekje, en 't is weer dezelfde lulkoek als de vorige keer', dan vind ik niet dat ik au sérieux word genomen. Ik ben niet verveeld door het feit dat mijn boeken geen tien-plus krijgen, maar wel door het feit dat iemand die iets met literatuur te maken heeft zijn werk slecht doet..
HUMO In 'Zomergasten' vroeg Freek de Jonge zich laatst hardop af waarom de wereld die uit allerlei hedendaagse kunstvormen spreekt, eenzijdig grimmig, wreed en hopeloos is. Hij vroeg zich ook af wat er van de Schoonheid was geworden.
BRUSSELMANS Met die kwestie ben ik ook al heel lang bezig. De echte kunstenaar is volgens mij een in wezen negatief ingesteld persoon. Een positief ingesteld mens komt zelden tot het scheppen van kunst toe, want zodra het zonnetje schijnt trekt hij er met zijn lief, dat hij graag ziet, op uit om ergens te gaan genieten. Ik van mijn kant krijg het woord genieten bijna niet uit mijn bek..
HUMO Zou je iets positiefs, eventueel een kleinigheidje, uit 'Guggenheimer wast witter' kunnen halen?
BRUSSELMANS Neen. Ik heb getracht een grappig boek te schrijven, wat op zichzelf positief is, maar dat heeft voor de rest niets te maken met de wereld van Guggenheimer..
HUMO De Franse denker Cioran schreef: 'Een boek moet oude wonden openrijten, nieuwe wonden toebrengen zelfs. Een boek moet een gevaar zijn.'
BRUSSELMANS Dat onderschrijf ik volledig. Een schrijver moet als een potentieel gevaarlijk persoon worden beschouwd.
HUMO Op dat punt is het proces dat je boven het hoofd hangt dus geruststellend.
BRUSSELMANS Daarom lig ik er niet wakker van. Ik zou wel een complete asshole zijn, mocht ik iets verzuchten in de trant van 'Dat mij dat nu moet overkomen'. Wind zaaien en storm oogsten, hè?
Er schiet mij toch iets positiefs te binnen: mijn volgende boek, dat inmiddels ook al klaar is, zal heten: 'Zal je mij altijd graag zien?' Die titel vat mijn hele persoonlijke filosofie samen: ik wil dat iedereen mij graag ziet. Daardoor ben ik gevaarlijk, want ik ben boos op iedereen die mij niet graag ziet, en dat is toch al gauw zo'n vier miljard mensen..