GENT Voorlopig is Herman Brusselmans even oud als Michael Jackson. Negenendertig. Maar met wat geluk neemt hij binnenkort weer een jaar voorsprong. Brusselmans veertig, dat moet gevierd worden dachten een aantal mensen, en wel op vrijdag 12 september in de Gentse Vooruit. Gerrit Komrij komt er iets doen, er komt een groepje spelen, en nog wat andere mensen zullen iets doen. 12 september, Brusselmans verjaart pas op 9 oktober, en in die schijnbare vergissing van een maand schuilt een vleugje uitgeverij-logica. Naar aanleiding van de veertigste verjaardag van Brusselmans verschijnt zijn nieuwe roman 'Logica Voor Idioten'. En boeken verschijnen nu eenmaal beter in september. Dus mag Herman een maand eerder een jaar ouder worden. Maar gelukkig kan hem dat geen bal schelen. Zekerheden, wat zouden we er zonder beginnen?
Herman Brusselmans: «Ik ben de mensen die aan mijn verjaardagsfeest meewerken dankbaar, maar ik zat niet op dat feest te wachten. Dat ik veertig word kan me geen bal schelen en georganiseerde feesten vind ik overbodig. Maar de meeste mensen hebben dat soort excuses blijkbaar nodig om de leegheid van hun bestaan te vullen. Vroeger deed ik daar aan mee, maar ik heb het overboord gegooid, met het besef dat je niet alles overboord kunt gooien. In het leven kun je niet kiezen om definitief met rust gelaten te worden.»
- Jij hebt dan nog een job waarbij je met weinig mensen rekening moet houden.
«Dat was een van mijn argumenten toen ik beroepsschrijver werd. Ik wilde schrijven, en ik wilde zo weinig mogelijk afhankelijk zijn van andere mensen. En die behoefte gaat verder dan dat. Wil ik bijvoorbeeld een kind? Een kind valt je de eerste vijftig jaar van zijn leven lastig. Dat wil ik niet. Mensen die kinderen willen, hebben daar bovendien altijd egoïstische motieven voor. Iemand wil een kind opdat er na zijn dood iets van hem zou verder leven. Dat interesseert mij niet. Mijn boeken zullen er ook nog zijn als ik dood ben, maar dat kan me niet schelen. Het is totaal onzinnig om te denken over de dingen na de dood. Hoelang zal de aarde bestaan? Voor mij: tot ik sterf.»
Gerard Reve
«De weg die ik als schrijver afleg is een rechte baan, een autosnelweg. Die rechte baan, dat zijn mijn romans. En op die rechte baan wil ik geen verkeerslichten, geen drempels, geen deadlines. Van mijn romans moeten ze met hun poten afblijven, die zijn van mij.»
- Aan je columns mogen ze wel met hun poten zitten?
«Columns, gedichten en de rest, zijn zijwegen. Voor mijn Humo-columns heb ik een deadline, en daar hou ik me aan. En het gebeurt wel eens dat Guy Mortier een column weigert omdat hij hem niet goed genoeg vindt.»
- Leg jij je daar zomaar bij neer?
«Meestal ben ik het dan niet eens met Mortier, want als ik het een slechte column vond, had ik hem niet gefaxt. Maar hij heeft het recht om er het zijne van te denken. Bovendien discussieer ik niet met Mortier. Hij is een van de weinige mensen waarvoor ik een vrij groot ontzag heb. Een ontzag dat blijft en dat ik wil behouden. Gerrit Komrij is ook zo iemand. Ik wil met die mensen zo weinig mogelijk persoonlijk contact. Er is mij bijvoorbeeld al een aantal keren aangeboden om Gerard Reve te ontmoeten. Ik heb dat telkens geweigerd. Ik wil mijn ontzag voor die man niet laten ondersneeuwen door een persoonlijke ontmoeting.»
- Je hebt het in je boeken, columns en andere schrijfsels vaak over de domheid van de mensen. Veel mensen vinden dat arrogant?
«Ik heb onlangs een column geschreven om te bewijzen dat de mensen dom zijn. Ik begon met de woorden: 'De mensen weten weinig. Ze weten bijvoorbeeld niet dat...'; en dan haalde ik de Verschueren-encyclopedie erbij. Ik zocht dingen op en vertelde dan het tegenovergestelde. Ik las bijvoorbeeld dat Jonkers een stad ten noorden van New York is. Ik schreef: 'De mensen weten niet dat Jonkers een stad ten zuiden van New York is'. Zo schreef ik dertig leugens. Die column verscheen in Humo, en een week later was het zover. Een lezersbrief: 'In al die info is een fout geslopen. Ik ben ooit in New York geweest en Jonkers ligt niet ten zuiden maar ten noorden van New York.' In de weken daarna kwamen er nog lezersbrieven van mensen die allemaal één fout hadden ontdekt. Ze ontdekken één iets dat ze weten, en bewijzen daarmee dat ze over de rest helemaal niets weten. Dat zijn simpele spelletjes om te bewijzen wat ik al lang weet: de mensen zo dom zijn dat het niet meer mooi is.»
- Mensen zonder gevoel voor humor vind ik gevaarlijker.
«Mijn standpunt is: alleen verstandige mensen hebben een gevoel voor humor. Als ik iemand op een terrasje hoor schaterlachen, dan weet ik: die heeft geen gevoel voor humor. Niets kan zó grappig zijn.»
«Bedrijven als VTM hebben daar deftig aan meegewerkt. Dankzij VTM vinden mensen Koen Wauters een satiricus, Samson een filosoof en Lotti een groot klassiek zanger. Ze zeggen mij: 'Brusselmans, niet zagen, ge kunt uw knop afzetten.' Daar gaat het niet om. De commerciële televisie heeft het maatschappelijke leven beïnvloed. Vroeger keek je naar een programma en onmiddellijk erna kon je naar een ander programma kijken. Nu kan men tussen twee programma's niet alleen zijn gevoeg gaan doen, maar men kan ook gaan overgeven, met zijn wijf tussen de lakens duiken, zijn hond uitlaten, zich ophangen en gereanimeerd worden. En pas dan begint de film. En tijdens de film kan je dat nog eens vier keer doen. Het gaat mij dus niet om al die ex-Missen, want die kunnen mij geen bal schelen. Waar ze voor staan, dát kan mij schelen.»
Boekenbeurs
«Zelfs mensen waarvan je het niet verwacht, trappen in de val. In 'Vlaanderen Boven' gebruikten ze 'Vlaanderen Boven' van Raymond van het Groenewoud als herkenningslied. Niet alleen verleende Raymond zijn toestemming, maar bovendien ging hij het lied in het programma staan zingen met Deborah, Anne en Yasmine rond zijn nek. Raymond van het Groenewoud, de man die John Cale en Lou Reed - mensen die wel vierkantig fuck off zouden zeggen tegen zo'n voorstel - als idolen en gelijkgezinden aanhaalt.»
«En bij de BRTN is het al niet veel beter. Vorige week hadden ze iets heel sterks. Nu ze geen cultuurprogramma's meer hebben, dachten ze waarschijnlijk: 'Laten we cultuur vermengen met volksvermaak.' Hier komt ie. Ze gingen met de voetballers van Lierse naar het Felix Timmermans-museum in Lier. Ik ben uit mijn zetel gerold van het lachen. Je zag die dwaze gasten als Eric Van Meir, met hun foute oorringen, denken: 'Oh my god, een museum, Felix Timmermans, een boek. Help, geef mij een voetbal, geef mij scheenlappen.' En dan het interview: 'En Eric hoe sta jij ten opzichte van Felix Timmermans?' 'Ja, euh, kijk, euh, ik vind hem een interessante schrijver.' Punt en gedaan. Cultuur en voetbal, het ei van Columbus (lacht).»
- Ik ben ooit op de boekenbeurs gaan rondwandelen met een lijst fictieve schrijvers genre Bolstojewski en Brett Weston Ellis. Ik vroeg aan de mensen om een kruisje te zetten achter de schrijvers waarvan ze wel eens een boek hadden gelezen. Veel mensen vonden Bolstojewski best te pruimen.
«Zwijg me van de boekenbeurs. Twee jaar geleden, toen ik al niet echt meer volslagen onbekend was, zat ik met Tom Lanoye te signeren. Je kunt je niet voorstellen hoeveel mensen er aan ons kwamen vragen: 'Zeg meneer, koken met de wok, waar vind ik dat?' Tegenover ons had Hubert Lampo zijn eigen standje, en iedereen die naar koken met de wok kwam vragen stuurden we naar Hubert. Plots stond Hubert zijn vrouw voor ons: (verhoogt zijn stem) 'En 't moet gedaan zijn hè, onzen Hubert zit daar te signeren en al die mensen komen vragen naar 'koken met de wok', en Hubert wordt daar zenuwachtig van (lacht).' Je zit daar dus als min of meer bekende schrijver en meer dan de helft van de mensen die daar rondlopen herkennen je niet. Op de boekenbeurs hè¨. Boeken, schrijvers. Nee, cultuur... nul de botten. Ik blijf erbij, Helmut Lotti, Clouseau en Samson, dát is cultuur.»