Maak het lettertype kleinerLettertype maatMaak het lettertype groter    Print deze pagina uit
Drek, drank en droefnis

Titel:          Drek, drank en droefnis
Auteur:     Peter Jacobs voor De Standaard
Datum:     
Grootte:   890 woorden

Kris Wagner brengt sprankelende parodie op Herman Brusselmans

HERMAN BRUSSELMANS heeft geen respect voor zijn medemens. ,,Wie dat inziet, is gewapend tegen de geestelijke terreur die hij zaait. Wanneer men zich ervan bewust is dat Brusselmans slechts handelt uit onmacht en frustratie, weet men ook dat hij veroordeeld is zich vruchteloos te blijven wentelen in zijn ongeluk. Wanneer Brusselmans oud en zwak zal zijn, zal hij niet op zijn leven kunnen terugblikken en zien dat hij de wereld een stukje beter heeft gemaakt. Men hoeft echter geen buitengewone gaven te hebben zoals Jezus Christus, Mahatma Ghandi, Martin Luther King of Jean-Luc Dehaene, om de wereld een stukje beter te maken. Het volstaat dat we ons inzetten voor elkaar. De zielige moedeloosheid die Brusselmans aan de dag legt, is niet meer dan een laffe vluchtpoging die hem veroordeelt tot een roemloos einde.''
Deze wijze woorden komen (waarschijnlijk) uit de bevallige mond van Goedele Kiekens, BV, schrandere seksuologe en ex-lief van Herman Brusselmans.
Ze weet waarover ze het heeft. Ze heeft 's schrijvers werk zelfs ,,getoetst aan de theorieën van Freud, Jung, Lacan, Foucault, Derrida en Lyotard''. Maar wat ze niet weet, is dat de man ondertussen zelfmoord heeft gepleegd omdat hij tot inkeer is gekomen. Zonder dat hij haar studie heeft gelezen.
Dat is de pointe van De zelfmoord van Herman B., de nieuwe roman van Kris Wagner, de jonge schrijver die door zijn uiterlijke verschijning en zijn twee vorige romans - Het tussenspel en Spelen op straat - een aparte indruk liet.
Wagners zogenaamde drijfveer om Brusselmans aan te pakken - ,,zijn oprechte bekommernis om onze Vlaamse jeugd'', meldt de uitgever - ligt in de lijn van zijn vorig werk.

VÓÓR het open einde van het boek, meestal on the road, krijgt de lezer wat hij, gezien het hoofdpersonage van het boek, kon verwachten: geile wijven, snelle wagens en motoren, gratuit geweld, stoerdoenerij en vuilbekkerij. Kortom, ,,drek, drank en droefenis'' - alle thema's en motieven die het verzameld werk van Herman Brusselmans zo gevarieerd maken.
Bovendien heeft de opbouw dezelfde voordelen als de picareske werkwijze van Brusselmans: je kan moeiteloos een paar scènes of hele hoofdstukken schrappen. Of toevoegen.
We ontmoeten een Vlaamse charmezanger, de doortastende Marlène van Dag Allemaal, Dikke Sus (hoofdredacteur van Knack), een militante homovereniging, zelfs de para's van Tielen. Twee personages worden deskundig door Goedele uit de weg geruimd: fatsoensrakker Alexandra Koolzaad wordt gedynamiteerd met een pornografische Benetton-reclameaffiche en de ultralinkse Gerolf de Weerwolf wordt wegens ongewenste intimiteiten in de prak gereden.
Wagner trekt alle gemakkelijk herkenbare registers van Brusselmans open. Hij laat de rijkswacht op de vlucht gaan voor een citaat uit de Ilias, maar hij vergeet ook de vettige grappen niet. Hij kopieert de armoedige taal en stijl van reclame, talkshow en soap, dropt merken en slogans, wisselt nauwelijks verhullende pseudoniemen af met echte namen, verwerkt een stukje Hollywoodiaanse actiefilm, mengt understatement met overstatement en verheven met banaal.
Samengevat: een vrijblijvende, lege wereld waarin Herman Brusselmans en zijn trouwe lezers zich meteen zouden moeten herkennen.
Maar, zoals Wagners titel al laat vermoeden, gaat het niet goed met de Vlaamse trilogieënschrijver. De rollen worden omgekeerd: de wijven zijn niet zo gewillig meer en de Vips slaan terug. B.'s succes neemt af; de verkoopcijfers vallen tegen. En hij wordt door zijn medemensen zo vaak hardhandig aangepakt en met revelerende citaten uit Kant en de Bijbel om de oren geslagen, dat hij moet toegeven dat zijn hele oeuvre flauwekul is.

MET zijn virtuoze en rake parodie bewijst Kris Wagner in de eerste plaats dat hij het werk van Brusselmans bijzonder grondig gelezen en genadeloos klinisch gedissecteerd heeft. Op die manier schenkt hij zijn collega voor zijn veertigste verjaardag meer dan een koekje van eigen deeg; Brusselmans kan de slagroomtaart mét krieken én hagelslag niet ontwijken.
Kris Wagner slaagt er bovendien in om in de parodie - en dus in de stijl van Brusselmans - de kartonnen personages geleerde waarheden over de (ex-)schrijver en zijn werk te laten debiteren. Hij doet dat onder meer via hoogdravende passages uit de rechten- en de filosofiestudie, de twee vakgebieden waarin Wagner zich bekwaamde in Leuven, Hannover en Harvard. En hij schuwt de drammerige cliché-kritiek op Brusselmans niet: ,,bederven van de jeugd'' en aanverwante flauwiteiten.
Soms is het serieuze in De zelfmoord van Herman B. enkel welluidend, soms lijkt het ook echt serieus. Maar als je denkt dat Wagner zelf aan het woord komt, is er altijd wel iets dat die ernst ondergraaft.

DE zelfmoord van Herman B. is veel genietelijker dan alle vernietigende recensies die over het werk van Brusselmans ooit zijn geschreven. Alleen al daarom verdient Wagner de prijs van tien miljoen die hij in zijn eigen boek laat uitloven. ,,Voor wie een studie publiceert waarin wordt aangetoond dat Herman Brusselmans boerenbedrog pleegt en al jaren lang gebakken lucht verkoopt.''
Maar deze ,,studie'' is een ,,roman'', beweert de flaptekst. Dus nadat Herman Brusselmans de slagroom uit zijn haar heeft geveegd en de (rotte) krieken heeft doorgeslikt, kan hij gewoon weer aan de slag, want hij is de geknipte man om de vervolgtrilogie op De zelfmoord van Herman B. te schrijven. En Wagner? Die komt wel terecht. KRIS WAGNER | De zelfmoord van Herman B. | Van Halewyck, Leuven | 222 blz., 598 fr.