Morgen zal Miss België 1995 het eerste exemplaar van Herman Brusselmans' nieuwe roman overhandigen aan de auteur. Vrouwen met een I.Q. is de uitdagende titel van het boek. De schrijver werd eens bestempeld als 'de opvallendste camp-schrijver in de Nederlandstalige literatuur'. En zo is het. Niemand neemt het banale zo serieus als hij. Bij de lezer roept zijn proza daarom onvermijdelijk tegenstrijdige gevoelens op. Hij doet er alles aan zijn boeken zo weerzinwekkend, zo onzinnig en zo melig mogelijk te maken. Maar wie zich niet laat afschrikken, merkt dat hij zo het verhevene, het waarachtige, het mooie probeert te redden. Al het cynisme dient om een kwetsbare kern te pantseren.
In Vrouwen met een I.Q. is Brusselmans op zijn best. Hij is hardvochtiger en afwerender dan ooit. Maar tegelijkertijd blijkt dit een van de ontroerendste boeken te zijn in zijn snelgroeiende oeuvre. Brusselmans heet de hoofdpersoon van het verhaal. Hij is drummer bij een rockgroep met de onsmakelijke naam Foaming Vomit. Zijn hobby is het verzamelen van as die hij in de diepvries bewaart: 'Ik heb tot nu toe een doos of twee vol en één doos ongeveer halfvol. Het is een merkwaardige substantie, diepgevroren as'. Deze nutteloze liefhebberij laat zich vergelijken met de zinloosheid van het menselijk bestaan. De hoofdfiguur heeft een zwarte visie op het leven: alles wat je doet, iedere relatie die je begint is tot mislukken gedoemd. In de kringen waarin deze Brusselmans verkeert zijn de mensen ongelooflijk mooi en onwaarschijnlijk rijk. Tegelijk leiden ze lege levens. De drummer is anders dan zij, maar hij weet heel overtuigend de onverschillige te spelen.
Zelfs sex kan hij gedachtenloos beoefenen. Schokkend en veelzeggend is de scène in een auto, waarbij hij een meisje met zijn vingers drie keer tot een orgasme brengt. Hij blijft er zelf ijskoud onder en wanneer zijn taak erop zit, volgt zo'n typische Brusselmans-zin: 'Ik draai het raampje open, ook om de penetrante kutgeur ruim baan te laten'. Hij heeft veel, heel veel betrekkingen met vrouwen waarbij elk waar gevoel ontbreekt. Ze zijn dom genoeg om al zijn rare verhalen te geloven. Hij maakt hen wijs dat Egypte een eiland is en verzint spreekwoorden als 'Wie voor het laatst gepist heeft, zal niet lang meer leven'. Eén van de meisjes verdwijnt. In een restaurant gaat ze naar het toilet, om nooit meer terug te keren. Niemand lijkt er wat van te merken, dat zijn de manieren van de jonge, mooie goden uit deze roman. Maar als ze eindelijk wordt vermist, verdenkt de politie de drummer. Inmiddels is hij ontslagen bij Foaming Vomit, hij gaat werken voor Ivory. Deze groep wordt een grote toekomst voorspeld. Maar live-optredens gaan ze niet geven. En bij het opnemen van de debuut-cd zal men de moeilijke gedeelten door studiomuzikanten laten spelen.
Zo absurd is het bestaan volgens Brusselmans. Een van de meisjes met wie de drummer omgaat, vindt: 'Hebben we geen fantastisch leven?' Hij is de enige die beseft dat hij géén fantastisch leven leidt. Bij toeval komt hij in contact met Judy, een jonge vrouw die tot een heel andere wereld behoort. Ze rijdt niet in een luxe auto, maar reist met de bus. Zijn gebruikelijke trucs werken bij haar niet. Hij wordt oprecht verliefd op haar en zij op hem. Maar er gebeurt verder niets tussen hen, hij is bang dit ongekende geluk in de kiem te smoren. Echte liefde bestaat niet, verkondigt de drummer graag. En we leven volgens hem uitsluitend 'omdat we bang zijn voor de dood'. In het diepste geheim weigert hij te geloven en gaat hij op zoek naar een zuivere schim in een vervuilde schepping.
Herman Brusselmans Vrouwen met een I.Q. 212 pp. f 29,90 (Prometheus, Amsterdam)