Maak het lettertype kleinerLettertype maatMaak het lettertype groter    Print deze pagina uit
Nog nooit gezond geweest

Titel:          Nog nooit gezond geweest
Auteur:     Diagnose voor Algemeen Dagblad
Datum:     09-09-2003
Grootte:   698 woorden

Diagnose praat wekelijks met een bekende persoonlijkheid over zijn of haar gezondheid. Deze week een Vlaming: veelschrijver Herman Brusselmans (45), bekend van zijn literaire scheldkanonnades. Zijn laatste boek De Droogte is net uit en het volgende Ik ben rijk en beroemd en ik heb nekpijn staat alweer op de rol.

Leven en doodgaan, daar ben ik erg mee bezig. Ik ben namelijk een groot hypochonder. Ik ben bijvoorbeeld bang om dood te gaan aan longkanker. Omdat ik een zware roker ben. Veertig tot vijftig sigaretten per dag. Vroeger waren het er nog meer hoor; zestig, zeventig. Ik ben wat gaan minderen.
Ik kan niet zeggen dat ik moet roken om te kunnen schrijven of zo. Het is niet zo dat ik denk: ha, ik moet nu dit-of-dat doen en daarom moet ik eerst roken. Ik rook namelijk altijd; heel de dag door. Als u het niet erg vindt, steek ik er nu ook even eentje op.

Eén keer ben ik gestopt, met nicotinepleisters, maar dat had ik na twee maanden wel gehad. Het is een ongelooflijk moeilijke verslaving.

Met 45 jaar ben je over je top, zo zie ik dat. Ik denk althans niet dat ik veel ouder wordt dan negentig, dus dan ben je toch over de top? Ja, ik denk veel over de dood. Hoe het mij zal gebeuren, en hoe het daar zal zijn. Als ik pijn heb in mijn maag of in mijn borst, denk ik meteen aan kanker of een hartaanval. Honderdduizenden mensen sterven voortdurend aan vreselijke ziekten-. Waarom zou ik daar op een dag niet bijhoren?

Maar ook: als ik in de trein stap, zal hij ontsporen, mijn vliegtuig zal neerstorten en in de auto zal ik altijd een ongeluk krijgen. Intussen rijd ik altijd op mijn zware motor, het meest gevaarlijke voertuig dat er bestaat. Op de motor heb ik geen angst, dat is gek.

Van de drank ben ik nu tien jaar af. Om te kunnen drinken moet je één talent hebben en dat is een sterke lever. Die van mij was niet sterk. Ik had zware katers, kreeg last van mijn stoelgang en leefde van het ene glas naar het andere. Ik werd echt ziek en ik at bijna niets meer. Mijn huisarts zei: je kunt nu stoppen en er niets aan over houden of doorgaan, en over vijf jaar echte schade oplopen..

Toen ben ik maar helemaal gestopt. Ik wilde me niet dooddrinken. Ik overweeg wel om weer zachtjes te beginnen als ik vijftig ben. Eén glas als ik onder vrienden ben. Dat vergemakkelijkt het contact.

Ik eet alles, maar wel zeer weinig. Ik denk dat je lichaam veel kan hebben als je weinig eet. Het is ook de enige methode om op gewicht te blijven. Toch heb ik altijd allerlei klachten. Zo heb ik al drie jaar nekpijn. Ik ben door 20 artsen onderzocht maar ze vinden niets. Misschien is het psychosomatisch, maar de pijn is er wel. Ik heb wat therapie gehad, waarbij ik op een soort skippybal moest zitten en acrobatische toeren moest uitvoeren met gewichten. Die spullen liggen nu in mijn huis en ik vrees dat ze blijven liggen. Al neem ik me wel dagelijks voor om er weer mee aan de slag te gaan.

Echt gezond ben ik nooit geweest. Ik ben altijd moe en suffig, met af en toe een opleving. Dan ben ik ineens een supermens die alles aankan, één brok adrenaline. Maar meestal heb ik geen zin om uit bed te komen. Ik word 's middags wakker en heb dan anderhalf uur nodig om een beetje op gang te komen. Ik heb ook serieuze depressies en angsten gehad, vooral in de jaren tachtig. Ik heb veel geprobeerd. Drank, pillen, wiet, psychiaters. Wat me uiteindelijk geholpen heeft is pure wilskracht. Op een dag heb ik besloten dat ik die angst niet meer wilde voelen.

Als ik nu ergens loop en de gedachte overvalt me dat ik zomaar ter plekke dood kan gaan, dan denk ik: who the fuck cares. Daarna voel ik me weer een stuk beter.'

Copyright: Algemeen Dagblad