Maak het lettertype kleinerLettertype maatMaak het lettertype groter    Print deze pagina uit
Ik ben de André van duin van de literatuur

Titel:          Ik ben de André van duin van de literatuur
Auteur:     Frans Willem de Zoete voor Hervormd Nederland
Datum:     03-01-1998
Grootte:   1425 woorden

De Vlaamse schrijver Herman Brusselmans (40) schreef in vijftien jaar tijd meer dan twintig boeken. Vorig jaar verschenen er drie: voor jongeren vanaf tien jaar de poëziebundel Meisjes hebben grotere borsten dan jongens, en de autobiografische romans Zul je mij altijd graag zien? en Logica voor idioten.

Meneer Brusselmans, voor het eerst schreef u een boek voor kinderen. Bent u een kindervriend?
'Nee, ik ben geen kindervriend. In mijn gedichtenbundel behandel ik kinderen ook niet als kinderen. Dat wordt me kwalijk genomen. Die kinderen, wordt gezegd, zijn niet zoals kinderen zouden moeten zijn. Ik vind dat kinderen wel zo zijn. Men zegt wel dat in iedere volwassene een kind schuilt, maar ik vind het omgekeerd: in elk kind schuilt een volwassene. In de dagelijkse omgang behandel ik kinderen ook als volwassenen. zelfs heel kleine kinderen. Dan zeg ik niet ta-ta-ta, wat is hij leuk, nee, ik vraag aan 4-jarigen wat ze van de toestand in Rwanda vinden. En dan vallen ze meestal door de mand.' (lacht)

In 'Zul je mij altijd graag zien:' maakt u korte metten met de volwassen critici, maar bent u opgetogen over het commentaar van twee tienjarigen op een jeugdverhaal van u. Ze vinden het 'wreed wijs'. Wat betekent `wreed wijs' eigenlijk?
'Het is Gents. Hier zouden ze zeggen: onwijs vet. Zo'n kind leest dat verhaal en zegt `leuk' en daar blijft het bij. Kinderen liggen er verder niet wakker van. Misschien liggen ze wel wakker van dat verhaal, maar niet van wat ze ervan zouden moeten vinden. Ze gaan niet analyseren of zoeken naar een diepere laag... Ik heb trouwens niets tegen de literaire kritiek hoor. Zeker, in mijn boeken zitten lagen. Twee stuks. De bovenste, het vernis zeg maar, is puur amusement. Je moet mensen amuseren, zorgen dat de lezer door wil gaan met lezen. Anderzijds zit er meer achter, een kijk op de wereld. Een ideale lezer is de persoon die beide lagen ziet, die er om kan lachen, maar ook denkt: shit, wat-ie zegt snijdt toch wel enigszins hout. Veel critici zien dat dus niet en zeggen: daar is hij weer met zo'n leuk boekje.'

Uw kijk op de wereld is zwart, cynisch.
'Als ik de cynische wereld bestrijd met cynisme, noemt men mij een cynicus. Maar dat mijn cynische strijd tegen het cynisme van de wereld is gericht wil men niet zien. Met het cynisme van de wereld bedoel ik bijvoorbeeld de reclame. Als je Coca-Cola drinkt gaan de dingen beter. Dat vind ik een cynische slogan. Of neem het feit dat Helmut Lotti nu de norm is van wat klassieke muziek is. Ik noem dat vrij cynisch. Ik ga er dan tegenin door te zeggen: Helmut Lotti is een gecastreerde debiel of zoiets, ik zeg maar wat, en dan ben ik de cynicus, de klootzak die het licht niet kan zien schijnen in de ogen van Helmut Lotti.

Okay, ik heb een cynische kant. Dat komt omdat ik me altijd heb ingezet voor alles wat eigenlijk onbereikbaar is: schoonheid en goedheid. Ik ben de strijd tegen de lelijkheid en slechtheid van de wereld aan het verliezen. En dan val je bijna automatisch terug op jezelf en je eigen geluk. Echte liefde als vlucht voor de boze wereld. Dat is het grote thema in mijn boeken, de diepere laag. Maar pas op, ik raak die woede over de boze wereld als drijfveer voor mijn schrijverij niet helemaal kwijt. Dan functioneer ik niet. Noch als schrijver, noch als mens.'

U noemt zichzelf een 'ernstig humorist'. Wat is dat voor iemand?
'Dat is iemand die ernstig met humor bezig is en niet zomaar iedere vorm van humor apprecieert. Humor is een vak. Met een vak moet je ernstig bezig zijn. Ik neem de literatuur niet au sérieux, maar het schrijverschap neem ik wel ernstig. De grappen gebruik ik om zowel de ernst van de literatuur als het leven zelf te relativeren. Het is tevens een soort zelfironie. Dat heb ik geleerd bij Gerard Reve. Met hem zijn de grappen in de schrijverij begonnen. Reve heeft zichzelf `de burgerschrijver' genoemd en l'auteur soleil. Hij zei dingen als: `La littérature c'est moi.' Zijn laatste boek noemt hij het boek dat alle andere boeken overbodig maakt, behalve de Bijbel en het telefoonboek.'

In uw boeken lopen bestaande mensen rond. In uw laatste roman bijvoorbeeld de Vlaamse schrijvers Eddy van Vliet en Hugo Claus. Ik citeer: 'Die Van Vliet hangt allang m'n kloten uit, zei ik, me weer tot Claus richtend. Die begon verbijsterd achteruit te deinzen, Zyn gekruiste armen beschermend voor zijn Romeinse ouwewijvenkop. Ogen op z'n gat had hij niet, want bij het deinzen struikelde hij over een geniepig opgestelde plantenbak.' Waarom bestaande mensen?
'Dat vind ik leuk. Jij niet dan? Vind jij het leuk om dat te lezen? Dat dacht ik ook! Nee, ze pakken me in hun boeken niet terug. Wel is het zo dat Van Vliet en Hugo Claus me op literaire bijeenkomsten ontwijken. En Claus zegt in interviews, dat de macht in Vlaamse literaire kringen tegenwoordig in handen is van een paar literaire, puisterige rockzangers. Dan weet ik dat hij het over mij heeft, maar hij durft mijn naam toch niet te noemen.'

Hugo Claus en Eddy van Vliet worden regelmatig gelauwerd en staan bekend als eersterangs auteurs. U niet. Waar staat u eigenlijk in de hiërarchie van de Nederlandstalige literatuur?
'Nu kan ik wel bescheiden zeggen, dat ik ongeveer de twaalfde beste schrijver ben ten zuiden van de Moerdijk. Of zoiets als ik ben de beste schrijver van Gent, maar als je er Antwerpen bijneemt, zak ik naar nummer drie, want... Allemaal bullshit. Als het je wordt gevraagd kun je net zo goed zeggen: ik ben eersterangs. Dat heb ik altijd tegen Louis Paul Boon gehad, een van mijn favorieten. Die had een houding van `ik ben maar een simpele arbeider'. Hij noemde zijn stukken ook `Boontjes'. Boon gebruikte dat verkleinwoord, omdat hij maar wat aanmodderde in de literatuur, zoals hij dat zelf uitdrukte. Dat moet je niet zeggen als je boeken als De Kapellekensbaan hebt geschreven. Zijn boeken zijn fantastisch, maar zijn houding ten opzichte van literatuur vond en vind ik provinciaals, boers, typisch kleivoeten-Vlaams.'

In 'Logica voor idioten' schrijft u: 'België hangt al jaren aan elkaar van collectieve rouw. Collectieve woede. Collectieve nutteloosheid van alles wat Belgisch is. Ik wou dat ik een ouwe Cubaan was, op een strand, ver weg van alles. Vis vangen. Zandkorrels tellen.' U kunt ook in Nederland komen wonen?
`Nederland verschilt op dat vlak niet zoveel van België. Hiermee schets ik een beeld dat het allemaal nutteloos is. Eigenlijk had ik erbij moeten schrijven: als ik dan op Cuba zit, deugt het natuurlijk ook weer niet. Ik ben redelijk nihilistisch aangelegd, maar ik probeer hoe dan ook sociaal te functioneren. lk heb niet iets van: alles is zinloos dus rijd ik maar door rood.'

In `Logica voor idioten' noemt u een heleboel merknamen, die ook nog eens in hoofdletters zijn afgedrukt. Waarom heeft u dat gedaan?
`Ik wil er nog eens extra de nadruk op leggen dat ik niet zomaar op een motorfiets rijd, niet zomaar een hemd aan heb, of zomaar een faxmachine heb, maar van dat en dat merk. Er zit natuurlijk ook een provocerend element in, omdat zoiets not done is in mijn vak. Het was een vooropgesteld idee zoveel mogelijk merknamen te vermelden. Er zijn een aantal merknamen in het boek waarvan mijn vriendin Tania en ik een lijstje maken. Het is onze bedoeling om die mensen, uit het oogpunt van public relations, aan te schrijven. We denken aan Levi's jeans, Coca-Cola en BMW.
Veel schrijvers zien sponsoring als een schande. Alsof je boek er minder van wordt als je schrijft 'een glas Coca-Cola' in plaats van `een glas cola'. Het wil overigens niet zeggen dat ik schrijf om gesponsord te wurden. Als Pepsi morgen besluit om mij bij wijze van sponsoring gratis kratten Pepsi te geven, doe ik dat niet. Want mijn personages drinken Coca-Cola, omdat ik die cola beter van smaak vind. Als ik over Pepsi ga schrijven laat ik me in zekere zin omkopen. Zo wilde Rifle Jeans me ooit sponsoren, maar ik heb gezegd: jullie hoeven me niet te sponsoren, want ik draag die jeans niet, die zit me niet lekker.'

Tot slot: wat is voor u de essentie van schrijven?
`Toch amusement. Ik ben de André van Duin van de letteren. Dat is trouwens ook een onderschatte figuur.

'Herman Brusselmans: Logica voor idioten. Uitgeverij Prometheus. Prijs f 29,50.