Maak het lettertype kleinerLettertype maatMaak het lettertype groter    Print deze pagina uit
De Ronde van de Hermannen

Titel:          De Ronde van de Hermannen
Auteur:     Paul de Keyser en Sander van den Broecke voor De Gentenaar
Datum:     01-04-2000
Grootte:   1455 woorden

Herman Van Rompuy en Herman Brusselmans, buiten hun voornaam lijken ze niets, maar dan ook niets met elkaar gemeen te hebben. Maar schijn bedriegt, al is het maar een beetje. Twee uur lang brachten wij de CVP-politicus en de schrijver samen op de Muur van Geraardsbergen om te praten over gedeelde liefde. Die voor het wielrennen en de Ronde van Vlaanderen. En ze hebben elkaar bijna heel de tijd gelijk zitten geven. Slechts over een iemand raakten ze het niet eens. Hoe kan het ook anders als je over Frank Vandenbroucke begint. De ene Herman kan zich de massagezalf van de renners die zich 's zomers in de lege stallen van vader-veekoopman kwamen omkleden voor de kermiskoers die aan hun deur arriveerde.

Herman Brusselmans was een jaar of negen en speelde toen dat hij Marino Basso was.
"Die naam alleen al, pure poëzie. Een sprinter bovendien. En een aparte verschijning. Iemand waarmee ik me kon identificeren."

De andere Herman ziet zichzelf nog staan in het café annex duivenlokaal van zijn grootmoeder, samen met een hele bende arbeiders van de steenbakkerij joelend en tierend voor het tv-toestel waarop Van Looy en Van Steenbergen voor het wereldkampioenschap sprintten. Het was 1956 en Herman Van Rompuy was acht jaar. Kort nadien werd hij zo'n hevig Van Looy-supporter dat hij wedstrijden waarin zijn favoriet kans maakte op de overwinning, niet eens meer kon uitkijken. "Ik ging daar zodanig in op dat het bijna pathologisch werd."

Kortom, Herman Brusselmans en Herman Van Rompuy kennen het Vlaanderen van de Ronde en kennen haar koerstraditie. "Wat mij aantrekt in wielrennen is de strijd tegen de elementen," zegt Herman Van Rompuy. "En de mooiste wedstrijden zijn die waar de elementen zo sterk meespelen dat ploegtactiek wordt uitgeschakeld en het een gevecht wordt tussen twee, drie renners en de natuur. De Ronde van Vlaanderen is zo'n koers."

Maar de Ronde van Vlaanderen is meer dan een koers alleen. Het is ook een soort mythologisch uithangbord geworden van Vlaanderen en haar ziel. Van Rompuy: "De Ronde geeft archaisch beeld van Vlaanderen. Die kasseien, die landschappen, dat is het Eeuwige Vlaanderen dat in die koers doorleeft. Heden en verleden vloeien in mekaar. De traditie. (tegen Brusselmans) Daar is toch niets verkeerd mee?" Brusselmans: "Allesbehalve. Wie de traditie negeert, zijn eigen verleden niet kent, is meestal dom. Ik heb ook geen probleem met nostalgie. Tegenwoordig wentel ik mij zelfs in nostalgisch sentiment. Maar met nostalgie moet je natuurlijk opletten. Het mag niet idioot worden. Nu al wordt de traditie van de Ronde een beetje kunstmatig in stand gehouden. De kasseistroken liggen er alleen nog maar omdat ze beschermd zijn, anders was dat al lang asfalt geworden. Maar dat kan ik nog net aanvaarden, hoewel het voor de mensen die er wonen geen pretje moet zijn. Van Rompuy: "Je kan het aanvaarden omdat die kasseien net de essentie van de Ronde uitmaken. Zij bepalen de moeilijkheidsgraad van het parcours. Een Ronde zonder kasseien is ondenkbaar."

Doping

Volgen jullie wielrennen nog nauwgezet? Van Rompuy: "Ik mis geen enkele klassieker." Brusselmans: "Ik volg het, onder meer door Frank Vandenbroucke, weer meer dan een tijd geleden. Een figuur als Indurain, de hele commercialisering van het wielrennen, de dopingaffaires, dat was toch wat in mijn kleren gaan hangen."

Doping verbrodde het plezier. Brusselmans: "Vroeger alleszins. Maar ik ben beginnen nadenken over wat die dokter Ryckaert onlangs heeft gezegd. Hij zegt dat epo moet kunnen, omdat drie weken Ronde van Frankrijk een onmenselijke inspanning vergt. Zeker zoals hij nu gereden wordt. En de klok terugdraaien kan niet. Dat zouden de sponsors niet willen, dat zouden de tv-stations ook niet willen, want het zou allemaal te traag worden. Je kan dat misschien willen veranderen, maar lukken zal het nooit. Dat is zoals zeggen: laat ons het fileprobleem oplossen door allemaal met de fiets en het openbaar vervoer te rijden. Dat is een goed voorstel, maar het is absurd. Doping zorgt volgens mij ook niet meer voor ongelijkheid: iedereen slikt toch."

Van Rompuy: "Kijk, dat iedereen op suikerwater rijdt, gelooft niemand nog. Maar wat is doping en wat is medische begeleiding? Over die schemerzone kan ik me niet uitspreken, daarvoor ben ik te weinig onderlegd Maar ik weet wel dat er hoe dan ook van ongelijkheid sprake is omdat er renners zijn die met doping veel grotere risico's durven nemen dan andere." Brusselmans: "Maar goed, slikken of niet een koers winnen blijft een gevecht. Het is niet zo dat de koersen van twintig jaar geleden mooier waren om te zien. Het blijft voor die mannen hard werken. Van Rompuy: "En eens die koers is vertrokken, laat je je toch meeslepen al weet je perfect dat het niet allemaal even zuiver is."

Ryckaert zei ook: ethiek is voor spelletjes, wielrennen is geen spelletje meer, maar een economisch gegeven. Brusselmans: "Absolute bullshit!" Van Rompuy: "De grote vijand van ethiek is het geld. Ryckaert geeft eigenlijk de perfecte omschrijving: van zodra economische belangen in het spel komen wordt de ethiek bedreigd. Terwijl het er daar net op aankomt om ethisch te denken. Het vraagt natuurlijk een veel grotere inspanning om in belangrijke zaken het onderscheid tussen - en ik ga nu oude woorden gebruiken - goed en kwaad te kennen. Bij een spelletje is het niet moeilijk om ethisch te zijn." Brusselmans: "Voila, dat is het. Je kan niet zonder ethiek of je verliest alle greep op de dingen. Wie zegt dat ethiek en commercie niet te combineren zijn creëert een sfeer waarbinnen het voor een kledingfabrikant perfect kan om zijn broeken te laten maken door acht Pakistaanse meisjes. In het wielrennen betekent zo'n statement eigenlijk de vrijbrief om te spuiten zoveel je wil, zolang het maar opbrengt.

Och, de ethiek verdwijnt overal. Een banaal voorbeeld uit het voetbal: Sollied. Die zweert dat hij bij AA Gent blijft en twee dagen later tekent hij bij Club Brugge."

Van Rompuy: "Of in het wielrennen: Frank Vandenbroucke. Ik heb vier kinderen. Wat voor een voorbeeld is die man? Zodra hij elders meer kan krijgen, verbreekt hij zijn contract, bedriegt hij zelfs zijn kameraden en collega's. Ik vond het eerlijk gezegd goed dat zijn feestje niet is doorgegaan. Er was bij wijze van spreken een sanctie op het kwade." Wat vindt u van Vandenbroucke, die contractbreuk daargelaten? Van Rompuy: "Hij heeft alleszins de belangstelling het wielrennen weer aangewakkerd. Het is een spektakelman, hè?" De manier waarop u woord spektakelman uitspreekt. verraadt dat u er niet m van houdt. Van Rompuy: (fijntjes) Ik hou van zijn manier van winnen. Maar hij zou moeten zwijgen."

Brusselmans: "Ah neen. Een coureur die zegt: daar zal ik ontsnappen en de rit winnen en dat vervolgens ook doet, zoals Vandenbroucke in Luik-Bastenaken-Luik, daar hou ik van. Hij heeft ook iets, Vandenbroucke. Normaal gezien vind ik mensen die hun haar blonderen ronduit belachelijk, maar bij Vandenbroucke verdraag ik het. En ook al heeft hij niets meer te vertellen dan andere coureurs en spreekt hij kreupel Nederlands, als hij een interview geeft, luister ik altijd aandachtiger." Van Rompuy: "Ik heb dat niet. Ik ken die mens niet, en mijn indruk kan onrechtvaardig zijn maar hij lijkt mij compleet egocentrisch."

Zou Museeuw minder egocentrisch zijn als Vandenbroucke? Brusselmans: "Die vind ik nu eens pretentieuzer dan Vandenbroucke, zie." Van Rompuy: "Daar kan ik inkomen. Hij heeft iets nijdigs, iets defensiefs." Brusselmans: "Voila, de nagel op de kop." Van Rompuy: "Terwijl Vandenbroucke net heel offensief is. Dat is zijn aantrekkingskracht: Vandenbroucke zegt: Ik ga winnen. Museeuw is altijd bezig zich in dekken. Eddy Merckx, die zei helemaal niets. En dat vond ik niet erg. Eigenlijk interesseert het niet wat renners zeggen. Dat ik niet zo van Museeuw en Vandenbroucke hou als persoonlijkheden, geeft niet, want ik zie ze graag koersen. En daar gaat het om. Vandenbroucke heeft toch het entertainment teruggebracht, hoor je dan. Maar dat zoek in niet in de koers. Wat mij aantrekt is dat gevecht.

Bovendien vind ik dat er een disproportie komt tussen het lawaai dat men maakt en de prestaties die men levert. Als je het palmares bekijkt van een Roger De Vlaeminck en je vergelijkt dat met het palmares van Vandenbroucke op dezelfe leeftijd, zelfs met dat van Museeuw, dan is daar geen vergelijk mogelijk." Wie moet er winnen zondag? Van Rompuy: "Ik ben geneigd te zeggen: een Belg. Vreemd hè? Het is dan wel de Ronde van Vtaanderen, toch zeg je: een Belg. Ook al zijn er in de koers nauwelijks nog Walen." Brusselmans: "Ik zou graag Van Petegem nog eens zien winnen. Dat is echt een figuur om deze koers te winnen, zo'n gast die ge niet graag zoudt tegenkomen in den donker: die carure, die wenkbrauwen, die baard die hij tien keer per dag moet scheren. Hij past gewoon bij de Ronde van Vlaanderen." Van Rompuy: "Wel, daar kan ik mij in vinden."