Maak het lettertype kleinerLettertype maatMaak het lettertype groter    Print deze pagina uit
Alweer een kutboek van Herman Brusselmans

Titel:          Alweer een kutboek van Herman Brusselmans
Auteur:     Bert Vanegeren voor Humo
Datum:     18-08-1998
Grootte:   5169 woorden

Het is prettig als de hond van een geïnterviewde voor een keer eens niet van mijn broekspijp hoeft te worden geknipt, maar dit is al te bar: Woody, de hond van Herman Brusselmans, vouwt zichzelf op en trekt zich angstig rillend terug achter een radiator In een hoek. `Let maar niet op 'm, hij is een beetje contactgestoord,' meldt Brusselmans, een specialist terzake.

Zijn beste averechtse anti-held is wellicht nog altijd bibliothecaris Louis Tinner, ofte 'De man die werk vond'. In 1985 brak Brusselmans definitief door met de levensmoeë overpeinzingen van de neurotische bibliothecaris. Dertien jaar later is er een uitstekend vervolg op wat voor velen nog altijd Brusselmans' beste is: 'Nog drie keer slapen en ik word wakker' (Prometheus). Tinner is intussen bibliothecaris af en runt nu een winkeltje in tweedehandsboeken in Gent. Nuja, runnen is misschien veel gezegd: hij blaft klanten af, verscheurt boeken, verzet als vanouds tal van blikken Jupiler, en bekwaamt zich met bewonderenswaardige ijver in onaangepast gedrag.

HUMO Had 'De man die werk vond' per se een sequel nodig?
HERMAN BRUSSELMANS "Dat boek smeekte om een vervolg. Het leek me interessant na te gaan waar die Louis Tinner zoveel jaren later zou staan. Het is niet iemand die plots met vrouwen kan opschieten, rijk geworden is, of fantastisch graag in het leven staat. Er verandert eigenlijk niet zoveel in dertien jaar tijd, dat valt me ook op als ik op mijn eigen leven terugblik. Ondanks alle veranderingen die je op het moment zelf als ongelofelijk ingrijpend beschouwt, moet je toch besluiten: ik loop nog altijd maar wat rond. Met Tinner is dat net zo, het blijft tobben."

HUMO Tinner blikt terug op zijn 'goeie jaren, de swingende jaren tachtig'. Ironie zeker?
BRUSSELMANS "Alleszins, al vind ik dat er veel waarheid schuilt in het cliché 'vroeger was het beter'. Die stelling kan natuurlijk ook makkelijk weerlegd worden: was het tijdens de tweede wereldoorlog dan zoveel beter? Of In de middeleeuwen, toen de mensen door het raam moesten schijten? Maar ik blijf erbij dat het vroeger per definitie beter was. "Dat gaat tot in het absurde. Ik ben zo iemand die bijvoorbeeld graag beweert dat de zomers vroeger beter waren, zonder dat ook maar een beetje te controleren. Waarschijnlijk kan Frank Deboosere net het tegendeel bewijzen, al laat ik me een en ander liever uitleggen door Sabine Hagedoren, want die heeft dikkere tieten. Maar het gaat er niet eens om of de zomers vroeger echt beter waren, het gaat om het eeuwigdurende verlangen naar iets beters."

HUMO In de jaren tachtig werd je verteerd door allerlei angsten en was je aan de drank, Was dat dan zo fantastisch?
BRUSSELMANS "Die angsten waren dan wel verschrikkelijk, maar ze hebben me ook intens doen leven. Ik leefde in die tijd enorm bewust, alleen al omdat ik constant op zoek moest naar middelen om die augst aan banden te leggen. Ik heb mezelf toen leren kennen, en ook in de hand leren houden: ik had nu net zo goed dood of aan de drugs kunnen zijn, in de goot kunnen liggen of een onwaarschijnlijk drankprobleem kunnen hebben. Ik had zelfs net zo goed een moord op mijn geweten kunnen hebben. Dat behoorde in die periode allemaal tot de mogelijkheden, want ik was echt op drift. Wellicht heb ik geluk gehad, ik vind dat ik er niet beter had kunnen uitkomen. Ik heb zeker geen spijt van die angstaanvallen. Dat kan ook niet, want ik had ze zelf niet in de hand. "Ik denk ook niet met afschuw aan die periode terug, want misschien vind ik de jaren negentig nog afschuwelijker. In de jaren tachtig had ik last van angsten, was ik aan de drank en voelde ik me niet goed in mijn vel. Maar voor de rest had ik niet te klagen. In de jaren negentig ben ik me veel beter gaan voelen, maar is ook mijn moeder gestorven. Eigenlijk is de dood van mijn moeder afschuwelijker dan alle ellende die me in de jaren tachtig overkomen is."

HUMO Angst en woede gingen in de jaren tachtig hand in hand. Tinner meldt dat de angst geweken is, maar de woede niet.
BRUSSELMANS "Ik vind woede een heel positief gevoel. Het houdt me alert. De woede is mijn motor om te blijven vechten. Als je niet meer vecht, heeft het leven nog weinig zin. Dan is de lol er snel af. Ik maak me nog net zo druk als vroeger, maar gelukkig zie ik minder af, de woede vréét minder aan me. Als ik vroeger het gevoel had dat ik dwars door een muur moest lopen, probeerde ik dat gewoon en liep me te pletter. Resultaat: hoofdpijn en een beschadigde muur. Nu probeer ik dat niet meer, maar het gevoel is er nog steeds en ik weet ook nog steeds hoe prettig ik het zou vinden om door een muur te kunnen lopen. Ik bestorm nu muren op papier. Schrijven is een goed middel om met woede om te gaan."

Gepiercete tepels

HUMO 'De man die werk vond' was voor ongeveer negenennegentig procent autobiografisch, 'Nog drie keer slapen en ik word wakker' voor één procent. Onderzoek je in dit boek wat er van jou was geworden als je niet was gaan schrijven?
BRUSSELMANS "'t Is in de eerste plaats een literair opzet: ik heb een fictief vervolg geschreven op een autobiografisch boek. Toch kan ik me best voorstellen dat ik zoals Tinner geworden zou zijn als ik niet was beginnen schrijven. Maar ik zou dan wellicht nog altijd rondhangen in die bibliotheek of elders op dat ministerie. Ik geloof nooit dat ik een boekenwinkeltje begonnen zou zijn, ik deug namelijk volstrekt niet als handelaar. Precies omdat ik zoals Tinner veel te onbeschoft tegen de klanten zou zijn en ostentatief tegen mijn zin mijn winkel zou openhouden."

HUMO Tinner zegt: 'Wat mij zo interessant maakt, is dat ik in feite geen mens ben, maar een aanfluiting ervan. Een monster.'
BRUSSELMANS "Ook ik ben een monster, een aanfluiting van wat een mens moet zijn. Ik vind mezelf ook een charlatan. Ik slaag er nooit in ook maar even dezelfde lijn aan te houden: de ene week schrijf ik een ernstige column, de andere week iets vol debiele dommigheden over Pistolero Jack. Dat doe ik er niet om, het gebeurt gewoon. Ik kan niet anders dan het geijkte doorbreken en in vraag stellen. Ik moet me ontzettend beheersen om alles niet voortdurend ongelofelijk triviaal en onnozel te vinden. Ik heb het bijvoorbeeld moeilijk om bij de bakker binnen te stappen, een klein wit brood te vragen en te informeren hoe het met zijn kinderen gaat. Dan denk ik: 'Wat kan mij dat nu schelen, trouwens waarom moet ik dat brood betalen? Je bent een halve meter kleiner dan ik, bakkertje, ik geef je een rechtse hoek en ik pak dat brood gewoon.' Ik zie voortdurend hoe het anders zou kunnen, hoe ik alles naar mijn hand zou kunnen zetten. Tinner zegt ergens dat hij een goede dictator zou zijn. Dat zit ook wel in mij."

HUMO Hij vindt zichzelf ook een 'conservator van het onveranderlijke'.
BRUSSELMANS "Tinner zoekt naar nieuwe methoden om het oude te behouden. Ik wil ook sleur in mijn leven, al wil ik die wel zelf kunnen bepalen. Dat heeft te maken met die angst. De acute angstgevoelens en de meest vervelende fysieke gevolgen ervan zijn wel weg, maar de angst voor het nieuwe en het onbekende blijft. Gelukkig heb ik intussen een veel simpeler methode ontwikkeld om de angst te bezweren dan me lam te zuipen, aan de drugs te gaan of agressief te worden. Ik zeg zonder scrupules mijn gedacht en ik doe rigoureus mijn zin. Sommigen kunnen daarmee om, anderen vinden dat arrogant en egoïstisch, maar dat kan me niet schelen. Ik beslis wat ik doe of laat, punt."

HUMO Nogmaals Tinner: 'Ik ben niet grappig, ik peil slechts de belachelijkheid van alle dingen.'
BRUSSELMANS "De zuivere grap interesseert me niet. Dat is me te vrijblijvend. Humor moet voor mij offensief zijn: de belachelijkheid dient gepeild en dus dient er onvermijdelijk gekwetst te worden. Als je er maar genoeg naar peilt, besef je algauw dat alles belachelijk is, behalve de dood van mensen die je graag ziet: die zorgt voor de meest afgrondelijke wanhoop, voor verdriet om iets dat je niet kan herroepen. Maar voor de rest vind ik alles belachelijk, mijn eigen dood inbegrepen.Ook die doden in Kasterlee vind ik uiterst belachelijk. Ik vind het uitstekend dat die klootzak zich door het hoofd geschoten heeft: als hij het zelf niet gedaan had, had men 'm tegen de muur moeten zetten. Iemand die zijn hele gezin wil uitmoorden omdat hij zich geen dure villa en een Mercedes met tv meer kan permitteren verdient volgens mij niet beter. Als ik dit standpunt met veel zin voor nuance uiteenzet, werpt men altijd op dat die man zijn kinderen niet mee in de dood had mogen sleuren. Maar ik vind dat er weinig verloren is aan een dommerik die zich op zijn vierentwintigste laat afknallen door zijn vader die al jaren loopt te roepen dat hij gaat schieten."

HUMO Je toont je weer niet bepaald politiek correct, Herman.
BRUSSELMANS. Ik spuw op de mode van de politieke correctheid. Ik vind het veel belangrijker de waarheid te zeggen, ook en vooral als die kwetst en politiek incorrect is. De kloterij is dat links tegenwoordig zo bang is om voor rechts te worden versleten dat het helemaal niks meer is, ook niet links. "Ik moet bijvoorbeeld niks hebben van janetten met een leren rokje, lippenstift, een neusring en - het ergste van allemaal - een visnethemdje, waar gepiercete tepels doorheen priemen. Ik hoop altijd weer dat dat hemdje 's avonds bij het uitkleden achter een piercing blijft hangen en zo de helft van een tepel meesleurt. Als ik zeg dat ik niet veel van die gasten moet hebben en ze eigenlijk zelfs een beetje walgelijk vind, getuigt dat dan van rechts denken? Nee toch. Het wordt wat anders als ik die gasten in elkaar zou gaan slaan, maar dat doe ik niet. Als politiek correcte mensen vinden dat iedereen het recht heeft te zijn wie men is; dan heb ik het recht om mensen klootzakken en tepelgepiercete idioten te vinden. Maar ik val hen niet lastig, en zij mij hopelijk ook niet, want ik doe tegenwoordig veel push-ups (grijnst)."

Julie, Melissa, An en Eefje

HUMO In 'Nog drie keer slapen en ik word wakker' staan opvallend veel oprispingen over de actualiteit.
BRUSSELMANS . Ik ben ook veel bezig met de actualiteit, ik word meer en meer een filosoof die ideeën destilleert uit wat hij allemaal rondom zich ziet gebeuren. Sommige filosofen bestuderen het verleden, ik neem mijn eigen tijd onder de loep. Ik kan niet anders dan tot de meest fatalistische en cruë uitspraken komen. Neem nu Julie en Melissa, ontvoerd en vermoord. Iemand heeft ze laten verhongeren, wat op zich absurd, wreedaardig en walgelijk is. Maar laten we er geen doekjes om winden: die ouders hadden met het bestaan van de Dutroux' van deze wereld rekening moeten houden. Ik zou mijn kind niet zomaar op een autostrada naar de auto's laten staan zwaaien. Uiteraard zou je 's nachts eigenlijk je voordeur moeten kunnen laten openstaan, ook in de stad. Uiteraard zou je eigenlijk je kind vijf straten verderop een potje yoghurt moeten kunnen laten kopen. Maar dat kan dus gewoon niet, en dan kan je maar beter rekening houden met elk potentieel gevaar. Als ik kinderen zou hebben, zou het probleem wellicht zijn dat ik ze te veel in mijn kot zou houden. Zelf zit ik ook altijd in mijn kot. Het deugt buiten nu eenmaal niet."

HUMO Zo krijg je toch contactgestoorde kinderen je hond is het ook al zo vergaan.
BRUSSELMANS "Ik vind Woody een fantastische hond en ik heb ook helemaal niks tegen contactgestoorde kinderen of mensen. Integendeel, ik heb iets tegen extraverte mensen. Ik schiet veel beter op met mensen die een gesloten jeugd achter de rug hebben dan met mensen die in hun jeugd een hippie-achtige vrijheid genoten hebben. lk vertik het aan te nemen dat het kinderen die zomaar in de vrije wereld losgelaten worden in hun latere leven beter zal vergaan.
"Voor An en Eefje geldt net hetzelfde: eigenlijk hadden die helemaal niet mogen staan liften. Op honderd lifters zijn er negentig die niks meemaken en gewoon van punt a naar punt b worden gebracht.Maar er zijn er tien die wél lastig gevallen worden. Jonge meisjes die om half een 's nachts liften, lopen veel kans om tot die tien slachtoffers te gaan behoren. Ik zou 's nachts nooit liften, al ben ik geen jong meisje enjaagt mijn uiterlijk mensen wellicht zoveel schrik aan dat niemand me een lift zou willen geven.

"Weet je wat het is? Mensen houden vooral rekening met de negenennegentig procent kans dat iets goed gaat. Ik hou vooral rekening met die ene mogelijkheid dat het mis gaat. Op airshows gebeurt ook haast nooit iets, tot er toevallig een of andere Jordaniër uit de lucht komt vallen."

HUMO In 'Nog drie keer slapen en ik word wakker wordt ook aardig wat gescholden op dokters en de medische wetenschap in het algemeen.
BRUSSELMANS "Wat er met mijn moeder gebeurd is, is symbolisch voor mijn ervaringen met dokters. Ze was nierpatiënte en is tijdens een routineuze dialyse gestorven terwijl er vijf dokters rond haar bed stonden.

"Een doodgewone huisdokter weet wat een verkoudheid en een gebroken been is, maar daar houdt het ook op. Welnu, dat weet ik ook. Voor de rest kunnen en weten dokters niets. Dat heb ik proefondervindelijk onderzocht, ik ben namelijk de kampioen van de onbestemde, moeilijk te omschrijven klachten. Onlangs had ik ademhalingsproblemen. Om te beginnen moest ik op zoek naar een andere dokter, want mijn huisdokter wilde niet aan huis komen. Hij vond het hier veel te moeilijk parkeren en achtte mijn gezondheid goed genoeg om bij hem langs te komen. Ik liet dus een andere dokter komen, maar die wist zich geen raad met me. Hij kon niets beters verzinnen dan me door te verwijzen naar een specialist."

HUMO Dat is natuurlijk het makkelijkste.
BRUSSELMANS. Ik ben dan ook niet naar een specialist geweest. Ik hoopte dat het misschien wel vanzelf over zou gaan als ik lichtere sigaretten zou roken. Tania is dan zes pakjes lichte sigaretten gaan kopen en vervolgens heb ik een hele namiddag zes sigaretten tegelijk zitten roken om uit te zoeken welke de lichtste was en toch nog een beetje smaak had. Nadien ben ik toch even moeten gaan liggen, want ik had nooit eerder in mijn leven zoveel op één dag gerookt."Een paar dagen later heb ik röntgenfoto's laten nemen van mijn longen, nieren en weet ik veel, maar er bleek niks mis te zijn. Daar krijg ik het schijt van: je sleept je zo ziek als een hond naar het ziekenhuis en dan blijk je helemaal niks te mankeren."

HUMO Het omgekeerde is veel erger.
BRUSSELMANS "Ook daar heb ik ervaring mee. Driejaar geleden had ik weer vage klachten over misselijkheid en zo. Men heeft me toen uitgebreid onderzocht, te beginnen met mijn bloed. Terwijl ik in het ziekenhuis nog wat andere testen zat af te wachten, kwam een dokter me plompverloren zeggen: 'Ik heb slecht nieuws: je hebt kanker.' Tania werd meteen hysterisch, ik daarentegen was vreemd genoeg ongelofelijk kalm. Ik had iets van 'dat had ik nu al lang verwacht'. Het was een vrijdagavond, alle verpleegsters stonden al met hun handtas klaar om het weekend in te duiken en ook die dokter wilde blijkbaar zo snel mogelijk naar huis. Hij zei: 'Het is altijd mogelijk dat er een computerfout gemaakt is, dat kun ik niet uitsluiten. Kom maandag nog eens terug.' Tania dreigde daar de hele boel af te breken als dat tweede onderzoek niet onmiddellijk gebeurde. Die dokter zwichtte, waarschuwde me evenwel dat dit onderzoek minder plezierig zou zijn, en kwam vervolgens aandraven met een kanjer van een spuit met twee zuigers, echt het cliché zoals je dat ziet in tekenfilms en strips. Hij moest dat bloed dan ook nog eens uit mijn lies halen, waar hij die spuit 'Pulp Fiction'-gewijs inplofte. Even later kwam hij doodleuk melden dat er inderdaad een computerfout gemaakt was: ik had geen kanker."

Peter Van Oostende

HUMO 'De man die werk vond' is indertijd opvallend goed besproken. Hoop je ook voor de sequel op goedc recensies?
BRUSSELMANS "Tja, toen ik 'De man die werk vond' schreef, was ik nog niet echt bekend als schrijver en nog lang geen bekende Vlaming. Het zal wel geholpen hebben dat de recensenten mijn kop nog niet kenden. Veel mensen kunnen me gewoon niet uitstaan, ze zien mijn bakkes en moeten overgeven."En verder heb ik de indruk dat twee boeken per jaar publiceren echt niet mag. Dat hoort niet, aan een boek moet je zeven jaar schrijven. En als je boek dan eindelijk af is, moet je vooral bescheiden blijven. Men eist het soort bescheidenheid waar Claus heel handig in is, zo van 'Ik ben maar een eenvoudige scribent'. Dat zal je mij nooit horen beweren. Ik zeg liever: 'lk ben op dit moment de beste schrijver van Vlaanderen.' Dat ligt nog dichter bij de waarheid ook, want ik volg alles wat verschijnt en ik kan alleen maar besluiten dat ik er inderdaad met kop en schouders bovenuit steek. Als er morgen een schrijver opstaat die op korte tijd een paar fantastische boeken schrijft, zal ik 'm zonder problemen de beste schrijver van dit decennium of deze eeuw noemen. Ik zou zelfs graag hebben dat er zo iemand opstaat: ik ben zot van goede literatuur, waarom moet ik 'm godverdomme altijd zelf schrijven?."

HUMO Impliceer je nu dat 'Nog drie keer slapen en ik word wakker' beter besproken zou worden als jouw naam niet op de cover zou staan?
BRUSSELMANS "Ik denk van wel, en ik heb getracht het te testen ook. Ik heb een verhalenbundel geschreven en die onder de naam Peter Van Oostende naar tien uitgeverijen gestuurd. Ik liep al jaren met dat plan rond; onder anderen Jerzy Kosinski en Doris Lessing hebben het me trouwens voorgedaan. Die tien uitgeverijen hebben die verhalenbundel allemaal geweigerd, al waren de reacties gematigd positief. Enkele leesrapporten, onder andere dat van Dedalus. meldden zoiets als 'Dit gaan we nog niet uitgeven, maar als je blijft doorwerken kom je er wel' (lacht).
"Toen ben ik mijn eigen uitgeverij, Prometheus, een beetje ambetant gaan maken. Ik vroeg mijn redactrice of ze zich het manuscript van ene Peter Van Oostende herinnerde. Nee dus, zij leest al die binnenkomende pakken papier ook niet. Toen ik zei dat ik de auteur achter Peter Van Oostende was, zag ze alle kleuren van de regenboog en is ze het manuscript meteen uit het archief gaan opdiepen. Hun lector bleek na het eerste van de vijf verhalen met lezen gestopt te zijn. Zijn conclusie was: 'Weer een idioot die Brusselmans probeert na te doen.' In feite is dat een compliment (grijnst).
"Mijn overigens zeer gewaardeerde redactrice heeft het manuscript dan gelezen. Ze vond het goed en wilde het uitgeven. lk wilde het per se onder de naan Peter Van Oostende gepubliceerd zien, omdat ik die verhalen op drie weken tijd geschreven had en dat boek dus niet als een waardige opvolger van 'Nog drie keer slapen en ik word wakker' kon beschouwen. Ik wilde geen opzichtig tussendoortje publiceren. Maar ik heb die verhalen dan eens in alle rust gelezen en goed bevonden: het boek verschijnt volgend voorjaar onder mijn naam. Voor mij is intussen bewezen dat er bij die grote uitgeverijen een merkwaardige regel geldt: rotzooi geven we wél uit, maar met potentieel goede dingen wachten we nog een beetje.

"Ik heb met een van die verhalen en onder de naam Peter Van Oostende ook meegedaan aan de verhalenwedstrijd van De Morgen, waar ik de vierde prijs heb behaald. Ik heb onder andere namen ook nog aan die wedstrijd deelgenomen, maar die verhalen zijn niet komen bovendrijven. Als mensen zeuren dat ik te veel schrijf, moeten ze dus maar eens bedenken dat ze alleen maar zien wat ik onder mijn eigen naam publiceer. Ze zouden eens moeten weten wat ik nog allemaal onder andere namen schrijf (grijnst)."

Hobby: niets

HUMO In 'Nog drie keer slapen en ik word wakker', drijft Louis Tinner een boekhandel, en volgend najaar verschijnt je roman 'Uitgeverij Guggenheimer'. Ben je van plan het boekenvak aan te pakken?BRUSSELMANS . lk vind dat er veel te veel boeken uitgegeven worden. Er zullen nu mensen zeggen: 'Heel juist, Als me nu eens beginnen met de boeken van Brusselmans niet meer uit te geven.' Maar er wordt veel ergere bullshit uitgegeven en dat kan zo echt niet verder."

HUMO Tinner beweert: 'De boekenmarkt stort nog wel eens in elkaar, let op mijn woorden.'
BRUSSELMANS "Ik heb de indruk dat het volop bezig is. Vroeger mocht een schrijver rustig twintig boeken publiceren zonder dat er een bestseller bij was, nu is dat ondenkbaar. Het wordt voor jonge schrijvers steeds moeilijker een oeuvre op te bouwen: als ze niet meteen succes hebben, staan er zeven andere would-be schrijvertjes klaar en probeert een uitgeverij het zonder verpinken maar eens met iemand met drie neuspiercings of een schoon wijf. De dictatuur van de hoop op snel geldgewin heeft de boel grondig verziekt. Het literaire klimaat is ontstellend duf geworden. Het is huilen met de pet op. Er zijn geen jonge schrijvers meer. De jaren negentig hebben amper één schrijver opgeleverd die er een beetje bovenuit steekt: Paul Mennes..

NUMO Uitgerekend hij krijgt geregeld een veeg uit de pan in 'Nog drie keer slapen en ik word wakker.
BRUSSELMANS, Mennes is een maat van mij en ik weet dat hij kan lachen met dat soort fratsen. Hij moet het maar als reclame zien: hij is zo ongeveer de enige schrijver van wie Tinner al eens een boek verkoopt."

HUMO In '92, toen je veel voor radio en tv werkte, zei je in een interview: 'Mensen die alleen met boeken bezig zijn, worden ofwel verzuurde ofwel zotte mensen.'
BRUSSELMANS, lk ben niet verzuurd of zot, maar ik hen dan ook niet alleen met boeken bezig. Ik heb wel een poosje gedacht dat ik zot zou worden als ik alleen maar met boeken bezig was, en daarom ben ik op zoek gegaan naar andere bezigheden. Ik heb voor tv gewerkt ik heb overwogen met mijn moto lange tochten in de Ardennen te maken of me in te schnjven in een biljartclub. Maar in de loop der jaren heb ik al die altternatieven verworpen. De grote nut is er gekomen toen ik ontdekte wat dan wel een alternatief was: niets. Ik bedoel: 'niets constructiefs'. Ik zit nu al in het stadium dat ik ledere dag met mijn hond ga wandelen. Met verbijstering heb ik vastgesteld dat hij na anderhalve week al iedere dag op hetzetfde plaatsje schijt. Met nog meer verbijstering heb ik vastgesteld dat ikzelf intussen al de reflex heb om tissues op zak te steken om de stront op te rapen en in de vuilbak te smijten.

HUMO Nog meer stront: 'Wat leerde je volgens Louis bij van een boek? Niks.'
BRUSSELMANS Dat is toch zo? Je leert toch helemaal niks bij door een boek te lezen? In het beste geval amuseer je je een paar uur door te lachen, ontroerd te worden of in spanning te zitten, maar daar houdt bet ook op. Omdat die opzichtige levenslessen en wijsheden in boeken me stoten, lees ik tegenwoordig bijna nog uitsluitend thrillers. Geef me de keuze tussen de nieuwe Claus en de nieuwe Robert Goddard en ik kies voor Goddard. Zijn boeken zijn trouwens uitstekend geschreven. Het is voor mij absolute topliteratuur. Als je jonger bent, kun je makkelijker verbaasd worden, en als je door iets verbaasd wordt, heb je algauw het gedacht dat je iets bijgeleerd hebt. Maar als je veertig bent, kan je niet zoveel meer bijleren.

HUMO Vond je Iiteratuur vroeger belangrijker? Achtte je boeken hoger?
BRUSSELMANS In elk geval. Maar het is nu eenmaal onvermijdelijk dat je neerhaalt wat je ooit hebt hooggeacht. Vroeger was een verliefdheid voor mij ook de verliefdheid van de eeuw. Niemand was volgens mij ooit zo verliefd geweest als ik, niemand beleefde zo intensief als ik de tragiek van getrouwd te zijn en verliefd te worden op een andere vrouw. Nou weet ik: het is zo banaal als het groot is iedereen maakt het mee. Om het even welke liefde is zo banaal als wat. Seks is ook banaal, zelfs de konijnen doen het. Ze doen het zelfs meer en beter dan wij. Hoewel: ik heb eens een compleet impotent konijn gehad. Mmm, misschien nog een goede titel voor mijn volgende hermetische dichtbundel: 'Het impotente konijn '

HUMO Alweer een kutboek.
Waarom ik blijf schrijven is moeilijk te verklaren. Soms zit ik een uur of langer te bedenken dat schrijven geen enkele zin heeft, maar dan ga ik naar rnijn werkkamer, zet me achter die machine en heb de time of my life.

Stel je voor dat je op de sofa ligt, zo ongelofeijik moe en uitgeput dat je alleen nog aan slanpen kunt denken. Als dan ineens je huis in brand blijkt te staan, vlieg je als een speer naar buiten en spring je zelfs gezwind over een muur als het moet. Onderweg breek je ook nog eens bet wereld-record over de honderd meter. Achteraf zal je je afvragen hoe dat allemaal kan. Zo is het met schrijven ook Ik blijf aan de gang zonder te begrijpen waarom.

HUMO Een citaat uit een recente recensie: 'Het schrijven is zoiets als zijn strategie om te overleven, in alle betekenissen van bet woord - ook de materiëIe.'
BRUSSELMANS Ik erger me altijd blauw als ik schrijvers hoor beweren dat ze niet zonder het schrijven zouden kunnen. Dat is bullshit. Schrijven is altijd een luxe. Als je rnij op een onbewoond eiland zet, ga ik heus niet een stokje zoeken om mijn memoires in het zand te schrijven. Ook in materieet opzicht zijn er altijd alternatieven. Als ik mijn brood niet meer met mijn boeken kan verdienen, ga ik niet de miskende schrijver uithangen en kaalgeschoren rondhossen met de Belgische vlag als lendendoek. Dan zoek ik wel iets anders om te doen. Schrijvers zeggen ook graag dat ze in feite niets anders kunnen dan schrijven. Dat is ook flauwekul: ik kan net zo goed als iemand anders achter de vuilkar lopen of op een kantoor papieren zitten klasseren.'

HUMO In 'Logica voor idioten' schrijf je: 'Mijn laatste boek is de grootste lor die ik of iemand anders ooit heeft geschreven. Weet je wat het is met mij tegenwoordig? Ik begin op pagina 1 en ga door tot pagina 280 en verdomd als ik ook maar één seconde wakker lig van wat er op het papier verschijnt. Als zo'n kutboek maar vol raakt, gepubliceerd wordt en me een boel geld opbrengt. Poen scheppen is m'n enige schrijversdoel, makker.'
BRUSSELMANS "'t Is natuurlijk weer scherp gesteld, maar eigenlijk klopt het: ik begin op pagina l en ik reken op mijn vakmanschap en mijn talent om tot pagina 280 te geraken. En dan is er alweer een kutboek, dat is gewoon zo. Niemand ligt toch ooit wakker van een boek?"

De kanteeltjes van Monika

HUMO Intussen lukt dat poen scheppen je aardig. Wat doe je met je geld?
BRUSSELMANS. Helemaal niks. het staat gewoon ergens te groeien op een spaarrekening. Geld interesseert me niet. Als ik mijn huishuur kan betalen en af en toe een bloemetje voor mijn vrouw kan kopen is het al lang goed.

"Mijn geld zou redelijk rap op zijn, mocht ik meer op straat komen. Deze week nog werd ik op een terras aangeklampt en gevraagd om een set pennen te kopen. de opbrengst zou gaan naar een ziek kindje. Ze lieten een foto van dat kind zien: het had een handicap of zevenentwintig, tot een open rug aan de voorkant toe. Die foto's waren zo walgelijk dat ze niet wervend meer waren. Een normale reactie zou geweest zijn: 'Alsjeblief, geef dat kind het genadeschot'. Ik ben een pennenfreak, ik zag met één blik dat de aangeboden pennen ongeveer twaalf frank waard waren: toch betaalde ik de gevraagde tweehonderd frank, want het was tenslotte voor dat kindje. Even later kwam iemand die me bezig had gezien, vertellen dat ze met diezelfde foto vijf jaar geleden al rondliepen. Ik ga dan niet zitten tobben, ik weet dat de wereld vol bedrog is en geld kan me niet schelen. De clou is wel dat dat vulpennetje zeer goed blijkt te schrijven (grijnst)."

HUMO Is het niet vreemd dat iemand die nauwelijks om geld geeft, een bvba sticht?
BRUSSELMANS "Ik heb het tegenwoordig enorm lastig met de economische shit die bij het schrijven komt kijken. Vroeger was ik gewoon zelfstandig schrijver: ik verdiende goed mijn brood, betaalde veel belastingen, en had een boekhouder om mijn papieren in orde te brengen. Maar op een bepaald moment opperde die boekhouder dat het verstandig zou zijn een bedrijfje te beginnen. Het bijzonderste voor mij is dat die bvba een goede naam heeft, 'bvba Laat mij gerust'. De rest interesseert me eigenlijk niet. Helaas moet zo'n ding ook werken, je moet iets doen met een bvba."Mijn boekhouder raadde me aan een huis te kopen. Ik vond dat best, maar bet getob was algauw niet meer in te dijken. Eerst heb ik me een aantal maanden beziggehouden met kranten op advertenties uit te vlooien. Voor ik het besefte, werd ik onrustig, viel het schrijven stil, en begon ik mijn huidige huis te haten. Ik heb er ook over gedacht een huis te bouwen, maar ik vrees dat de ellende dan helemaal niet te overzien zal zijn. Ik ben een leek, ik ben geen architect, loodgieter of metser, maar toch heb ik heel strikte ideeën omtrent huizen, en ik weet heel zeker dat het misgaat als die ideeën door iemand anders uitgevoerd worden.

"Ik heb die zoektocht naar een huis dus gestaakt, ik wacht tot er zich een geschikte koop aandient. Of tot ik een huis van de staat krijg, want die doet verder toch al niks voor de literatuur, behalve een beetje subsidie geven aan losers die al bewezen hebben dat ze niet kunnen schrijven. Waarom geeft de stad Gent mij geen huis? Ze moeten zich daar toch afvragen wie er prachtige boeken gaat schrijven als ik met zorgen omtrent mijn behuizing in mijn hoofd zit? Maarja, dat durven ze natuurlijk niet. want dan vraagt Monika Van Paemel morgen ook een huis en dat moet dan minstens een kasteel zijn, mét kanteeltjes, want zonder fallus-symbolen kan ze niet. En zo is het natuurlijk altijd wat.