Maak het lettertype kleinerLettertype maatMaak het lettertype groter    Print deze pagina uit
Iedereen moet eraan, behalve Lady Gaga!

Titel:          Iedereen moet eraan, behalve Lady Gaga!
Auteur:     Daan Wauters voor Cutting Edge
Datum:     13-09-2010
Grootte:   793 woorden

In een gezellig zaaltje, ergens in een hoek van Gent waar men niet planten maar vrouwen voor het raam ziet staan, werd onlangs het nieuwe boek van Herman Brusselmans voorgesteld aan de pers. Na de verwelkoming door Vincent Schmitz, redacteur bij uitgeverij Prometheus, mocht actrice Clara Cleymans het podium bestijgen. Deze droomgriet die Brusselmans blijkbaar niet onberoerd laat, liet zich van haar beste kant zien met een scheurkalender gebaseerd op enkele citaten uit het boek. De muzikale invulling van de voorstelling werd verzorgd door de rijzende sterren van School Is Cool, de winnaar van Humo’s Rock Rally. Tussen al dit feestgedruis door kon de heer Brusselmans toch nog gestrikt worden voor een kort interview.

CE: Met ‘Trager dan de snelheid’ keert u terug naar één van uw eerste boeken. Maakt u hiermee de cirkel rond? Is dit dus het begin van het einde voor de schrijver Herman Brusselmans?
H.B.: Ik ben inderdaad van plan om ermee te stoppen. Het volgende boek heb ik al geschreven en dat ligt dus klaar. Daarna ben ik van plan om nog één boek van duizend pagina’s te schrijven. In 2014 hou ik ermee op. Daarnaast vond ik het, als schrijver, heel interessant om terug te keren naar het personage Louis Tinner. Twaalf jaar na ‘De man die werk vond’ schreef ik ‘Nog drie keer slapen en ik word wakker’. Nu, terug twaalf jaar later, neem ik het personage opnieuw op en kan ik zien hoe het geëvolueerd is.

CE: Zoals vanouds neemt u in uw boek de hele maatschappij op de korrel. Ook vele collega’s van u krijgen de wind van voren. Hoe verantwoordt u de kritiek op Hugo Claus? Is hij werkelijk zo’n overschat figuur binnen de literatuur?
H.B.: Neen, Claus heeft zeker goede boeken geschreven en ik heb ook een zekere bewondering voor hem. In de jaren zeventig met zijn pelsen mantel, zwarte zonnebril en Sylvia Kristel; dat was pure rock-’n-roll. Maar ik kan niet zeggen dat Claus mij op een bepaalde manier beïnvloed heeft in mijn werk. In tegenstelling tot schrijvers die dat wel gedaan hebben, zoals Gerard Reve en Jan Cremer. In het boek woont het personage in het huis van Hugo Claus en hij zegt: ‘Gedichten schrijven kan ik ook’, waarna hij enkele slechte gedichten schrijft. Het probleem met Claus zit hem eigenlijk in zijn verheven status. Als je op straat aan de mensen naar Hugo Claus vraagt, zeggen ze dat hij een goede schrijver was, terwijl ze vaak geen enkel boek van hem gelezen hebben.

CE: Van waar komt dan de interesse en bewondering voor Lady Gaga?
H.B.: Lady Gaga is gewoon goed. Het liedje ‘Bad romance’ vind ik zonder zeveren een sterk nummer.

CE: Iedereen moet eraan, behalve Lady Gaga?
H.B.: Zo kan je het inderdaad wel stellen!

CE: Uw werk heeft een zeker autobiografisch karakter (voetbalkennis, bibliothecaris, etc.), hoeveel mogen we daarvan voor waarheid aannemen? Louis Tinner zegt immers op een bepaald moment 'Ik was vooral bang voor mensen en dingen en situaties. Het is erg verbeterd. Nu ben ik eerder van het stoere type dat nergens schrik voor heeft'.
H.B.: Dat autobiografisch karakter is niet noodzakelijk correct. Er zijn inderdaad enkele elementen, zoals de job als bibliothecaris, maar alles wat in mijn boek staat mag niet zomaar als werkelijkheid beschouwd worden. Vroeger heb ik echter inderdaad lang last gehad van angstaanvallen. Ik neem daar nu nog steeds medicatie voor.

CE: Het is uw stijl om de actualiteit op een directe manier in uw boeken te betrekken. In welke mate voert u tijdens het schrijven nog veranderingen door die daarmee in verband staan?
H.B.: Ik schrijf gewoon een bepaalde periode aan een boek. Als er zich tijdens die periode bepaalde gebeurtenissen voordoen, beslis ik op dat moment zelf of ik ze in het verhaal verwerk of niet. Die techniek zorgt er natuurlijk voor dat mijn boeken gedateerd zijn. Als iemand binnen vijf jaar dit boek opnieuw leest, is hij nog niet vergeten wie Ronald Janssen is of wat de aardbeving in Haïti teweeggebracht heeft. Op die manier wordt het boek in een bepaald tijdskader geplaatst.

CE: Denkt u nooit: het is misschien nog wat te vroeg om over dit onderwerp te schrijven?
H.B.: Nee, als ik vind dat het onderwerp in mijn verhaal past, dan gaat het erin.

CE: In Nederland oogst u ook veel succes. Er is onder andere een boekenwinkel die de naam ‘Louis Tinner’ draagt. Hoe verklaart u dit succes?
H.B.: Het succes in Nederland mag niet overschat worden. Ik heb daar wel enig succes in die zin dat ik daar eens op televisie kom en die jongens hun boekenwinkel naar mijn personage noemen, maar zo enorm zou ik dat niet noemen. Nederlanders lezen gewoonweg meer dan Vlamingen.