Maak het lettertype kleinerLettertype maatMaak het lettertype groter    Print deze pagina uit
"Erover praten lucht op"

Titel:          "Erover praten lucht op"
Auteur:     Erwin Verhoeven voor De Nieuwe Gazet
Datum:     22-10-2004
Grootte:   829 woorden

GENT - "Ik weet wel dat sommige mensen zullen zeggen dat ik me aanstel. En dat een urne van je hond in je living iets is voor oude wijvekes. Maar daar trek ik me geen fuck van aan. Ik heb er behoefte aan. Want ik ben een levend wezen kwijt dat ik doodgraag zag. Tania en ik lopen er al een week écht ziek van." Schrijver Herman Brusselmans en zijn vriendin Tania zitten wat bleekjes op de bank. Zaterdag is hun hondje Woody gestorven. De crematie vond dinsdag plaats. Gisteravond werd de urne met asse bij hen thuis bezorgd en zondag -de dag dat Woody 11 zou geworden zijn- is er een koffietafel voor de de vrienden. "Erover praten lucht op", zegt de schrijver. Monoloog over de liefde voor een hond.

Herman Brusselmans: "Ik voel me fysiek uitgeput. Ik heb allerlei symptomen die anders opduiken bij een lichte depressie. Ademhalingsmoeilijkheden, lichte angstaanvallen en dat soort shit, mijn nekpijn die weer zwaar opgekomen is. Ik ben absoluut geen 'bleiter' -het was van de begrafenis van mijn moeder geleden dat ik nog geweend had -maar deze week kan ik mijn tranen niet bedwingen. Mocht je hier zondag geweest zijn... Er zijn massa's foto's en beelden van en met Woody waar we nog niet durven naar kijken. Gelukkig hebben we de voorbije dagen veel steun gehad van vrienden." 

Scary
"Woody is in onze armen ingeslapen. Het was de eerste keer dat ik de overgang van leven naar dood zag. Het was eerlijk gezegd scary. Ik dacht dat sterven nogal simpel was: de ene seconde leef je nog en de volgende ben je dood. Maar ik zag dat kopje opzij gaan, nog snokken om in leven te blijven. Nog één laatste snok. En dan was het weg. Dat beeld blijft me bij. Ik ben er mij van bewust dat mensen zullen zeggen: " 't Is maar een hond." Maar voor mij is dat niet zo. De grootste ramp uit mijn leven blijft het verlies van mijn moeder. Maar dit kan je daar voor een stuk mee vergelijken. Er is een levend wezen dood dat ik heel graag zag en dat elf jaar dag en nacht bij ons geweest. Ze ging overal mee naartoe en 's nachts sliep ze bij ons."

Rare manierkes
"Je moet oppassen met 'mijn kind, schoon kind', maar Woody was geen gewone hond, het was een personage met rare manierkes. Als we 's zomers buiten op straat zaten, kwam ze zo (zet zich recht als een hondje, nvdr.) op onze schoot zitten met haar pootjes op tafel. Uren aan een stuk. De mensen namen er foto's van. Ze had wel een eigen karakterke. Eigenlijk was ze doodverliefd op Tania. Met mij speelde ze zo een beetje 'hard-to-get'. Niet luisteren als ik iets zei. Doodgrappig. Woody voelde ons als koppel goed aan. Bij de minste stemverheffing -Tania en ik maken eigenlijk nooit ruzie- kroop ze daar in haar hoekje (er staat nu een grote foto van Herman met Woody, nvdr) en keek ze ons met grote ogen aan: 'Stop daarmee'. Het was een heel gevoelig beestje. Woody leed aan epilepsie. Toen ze één jaar was, heeft Tania haar op het nippertje kunnen redden. Sindsdien kreeg ze elke dag twee pilletjes. En als het onweerde of er was buiten knallend vuurwerk, drie."

Geen andere hond
"Toen we ze elf jaar geleden gingen halen, was Woody zo groot als mijn hand. Bon, de beroemde schrijver, de rock 'n roller met zijn leren vest en zijn lang haar moest dan gaan wandelen met zijn kleine hondje. Ik ben uitgelachen op straat. Maar ik zag dat beestje van in het begin zo graag dat het me geen barst kon schelen. Op den duur waren Woody en ik een soort straatmeubel, hier in de buurt. Deze week heb ik samen met Tania nog eens 'ons' tourke gedaan in het Patershol. Allebei snotterend van verdriet." 

"Ik ben ondanks het verdriet snel terug aan het werk gegaan. Momenteel werk ik aan een soort silly roman. Woody kwam daar maar heel even in voor. Ik heb haar uit het verhaal geschrapt. Voor de rest staat het boek zo ver van mezelf af dat ik er mijn zinnen kon mee verzetten. Een andere hond willen we niet. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat we geen tweede Woody meer kunnen vinden. Laat staan dat je opnieuw zo'n band kunt opbouwen. Mijn leven met Woody stak vol automatismen en symboliek. 's Avonds vijf likjes voor ze ging slapen. Om vier uur samen hier beneden in de Aba-Jour op café. Enzovoort. Daarom kom ik haar nu ook elke dag minstens honderd keer tegen. En iedere keer besef ik dat het hier voortaan heel stil blijft en dat ze nooit meer terugkomt. Maar door die beelden vast te houden, blijf ik dicht bij Woody. Ik ben zo. Ik zeg 's morgens en 's avonds ook nog altijd goeiedag tegen mijn moeder. En nu zit Woody op haar schoot."