Herman Brusselmans zit met televisieplannen. Als er geen bureaucratische stokken in de wielen worden gestoken, krijgt de schrijver, wiens nieuwste boek Uitgeverij Guggenheimer vanaf vrijdag in de rekken ligt, zijn eigen stek op Canvas. Een komische stek, welteverstaan.
"Het zal een poging worden tot het heruitvinden van het wiel", opent de Gentse auteur. "Als ik zie hoe pover het nieuwe tv-seizoen weer begonnen is... Iedereen wil weer komisch doen. Overal zie ik snorren en pruiken opduiken. En dikwijls is het allemaal zo ordinair, zo vulgair. In Boerenkrijg bijvoorbeeld: een diep uitgesneden decolleté en twintig zogezegde stoute grappen errond. Wel ik ben die gefrustreerde knipoogjes zo beu als koude pap."
"Dat kan ik beter", denkt Brusselmans dan. "De basis van alles wat visueel is - theater, televisie, film... - is een goede tekst, een goed script. Te dikwijls geven de televisiemakers de indruk dat ze maar wat aanmodderen. Dat je denkt van waarom hebben ze die schrijver nog altijd niet buitengesmeten?"
Voor Brusselmans zou het in ieder geval het eerste eigen programma worden. TV-optredens genoeg, onder meer in Klare Taal, maar nooit een eigen, volledige show. "Ik kan je stapels van voorstellen voor sitcoms en zelfs soaps tonen waarop ik nooit reactie heb gekregen."
Ook nu is nog niet alles in kannen en kruiken. "Het is nog vroeg, maar er zijn wel enkele stappen in de goede richting gezet. Maar hoeveel keer moet er in godsnaam nog worden vergaderd?"
Wat mogen we verwachten? "Ik zal vooral schrijven, maar vermoedelijk ook wel meedoen als een soort presentator. Toch moet ik daar nog eens goed over nadenken. Want ik ben niet echt goed, om het eufemistisch uit te drukken. Ik heb te weinig talent. Ik zeg op voorhand: 'dat, dat en dat kan ik niet, dat wel'. Op dat ene puntje moeten we dan focussen. Pas als alles panklaar is, hap ik toe."