Maak het lettertype kleinerLettertype maatMaak het lettertype groter    Print deze pagina uit
Herman Brusselmans - Kaloemmerkes in de zep

Titel:          Herman Brusselmans - Kaloemmerkes in de zep
Auteur:     Arie Storm voor Het Parool
Datum:     30-09-2009
Grootte:   437 woorden

In een vlaag van krankzinnigheid beweerde een boekbespreker van NRC Handelsblad enige tijd geleden dat de Belgen beter schrijven dan de Nederlanders. Daar is vervolgens weinig van gebleken, behalve dan dat sommige Nederlanders (Tommy Wieringa, Abdelkader Benali) inderdaad wel bijzonder treurige romans afleverden, zodat de ondergrens hier lager lijkt te liggen. Maar wat bij de Belgen gebeurt, is ook vaak schokkend. Alleen krijgen we dat niet altijd te zien. 

Herman Brusselmans en Tom Lanoye zijn Vlaamse toppers en leveren met ijzeren regelmaat nieuwe titels af. We hebben het nu dus over de bovenlaag van de Belgische literaire kunst. 

In de nieuwste roman van Herman Brusselmans wordt door hoofdpersoon Herman Brusselmans, van beroep schrijver, naarstig gezocht naar een titel voor zijn komende meesterwerk. Van alles en nog wat passeert de revue, en uiteindelijk is het Kaloemmerkes in de zep geworden. Grapje! Ik had het trouwens over zijn komende meesterwerk, maar een andere grap in dit boek is dat Brusselmans, nadat hij naar eigen zeggen met Mijn haar is lang het beste boek van 2009 had geschreven, nu juist het slechtste boek van datzelfde jaar wil schrijven, of misschien zelfs wel de slechtste roman van alle tijden. Dat levert opmerkingen op als de volgende: 'Wat het goed doet in een slecht boek is een droomsequentie.' Wat prompt volgt, is inderdaad een paginalange beschrijving van een droom. 

Daarin zit een dialoog(je) met God. Op een gegeven moment gaat het gesprek over Susan Smit, het pas benoemde jurylid van de Libris Literatuurprijs, met dat blonde kapsel - maar dat laatste is toevallig. God merkt op: 'Dat hitsige wijffie? Ik heb 'ns door een gaatje in haar badkamermuur gegluurd. Ze heeft een tof toefje haar op haar foef.'
Het verhaal in Kaloemmerkes in de zep is van een voor Brusselmans gebruikelijke overzichtelijkheid. De schrijver vindt een nieuwe chauffeur in de vorm van het meisje Liselot. Zij rijdt hem naar een literair optreden. Daar treedt de schrijver op. En tot slot rijden ze samen terug naar België. Helemaal aan het eind volgt een verrassende apotheose, maar daar wordt hier natuurlijk niets over verklapt. 

Intussen zit Brusselmans niet om verhaalstof verlegen, hij gaat van absurde anekdote naar absurde anekdote, eigenlijk heeft hij zo veel te vertellen dat hij nergens werkelijk aan toekomt. Ongemeen komisch is hij daarbij vaak wel. 

Onbeleefd zou je kunnen opmerken dat Lanoye - op de cover en het titelblad van zijn boek is van een voornaam geen sprake - in zekere zin ook een grenzeloze ouwehoer is in zijn nieuwste roman, die, naar onvermoeibaar eigen zeggen in het boek zelf, maar geen roman wil zijn.