Maak het lettertype kleinerLettertype maatMaak het lettertype groter    Print deze pagina uit
Guggenheimer wast vooral onder de gordel witter

Titel:          Guggenheimer wast vooral onder de gordel witter
Auteur:     Karel Osstyn voor De Standaard
Datum:     05-09-1996
Grootte:   1194 woorden

De formule brusselmans

HERMAN BRUSSELMANS Guggenheimer wast witter
Amsterdam: Prometheus 255 blz., 595 fr.

De nieuwe Brusselmans is het vervolg op De terugkeer van Bonanza, de gigantische satire op het mediawereldje die vorig jaar de boeken-toptien onveilig maakte. De wetten van de marketing vereisen dat sequels voortbouwen op een bestaande succesformule: om het publiek opnieuw te lijmen, volstaat het de basisingrediënten goed dooreen te schudden.

Vandaar dat Herman Brusselmans zijn overbekende groteske stijl nog maar eens in een hogere versnelling gooit, en de figuur Guggenheimer - de machtswellusteling die in De terugkeer van Bonanza als baas van de televisiezender BONANZA alle Vlaamse netten (VTM incluis) van het scherm speelde - flink wat dikker in de verf zet.

Dat Brusselmans in Guggenheimer wast witter zijn pijlen op de reclamewereld richt, blijft een detail vergeleken bij zijn grimmige kijk op de mens. Het personage Guggenheimer is geïnspireerd door de rücksichtslose zakengigant, wiens superego alles en iedereen op zijn weg platwalst. Een karikatuur, die beantwoordt aan het diepste in onszelf: de schoft die we allemaal naar de hel wensen, maar wiens lef we tegelijkertijd benijden.

Met zijn versterkte zeeppoederformule viseert Guggenheimer wast witter meer dan ooit onze geestelijke hygiëne: hoe slecht het daarmee gesteld is in Vlaanderen - en dit is een typische Brusselmanskronkel -, is volgens de schrijver te zien aan de bedenkelijke staat van zindelijkheid van het ondergoed...

Ongetwijfeld mogen we in de toekomst nog meer van die onderbroekenlol verwachten. Brusselmans heeft jaren geleden alleen maar het startsein gegeven: slapstick en humor van onder de gordel horen erbij. Daarin volgen jongere schrijvers de internationale trends en het jonge publiek is ook dol op dergelijke schuttingtaal.

Niet getreurd, ons enfant terrible legt vaak de vinger op de wonde en hij is dikwijls nog onweerstaanbaar grappig ook. Zijn Guggenheimer is immers een soort Groucho Marx, die iedereen onder tafel praat. Een Lenny Bruce, die schimpt en fulmineert en toch ongenaakbaar blijft, omdat hij de mens toont zoals hij is, ten voeten uit.

Dat dit sujet bij Brusselmans in regelrechte porno verzeild raakt, moet je er op de koop toe bijnemen. Guggenheimer wast witter is eens te meer een grote, lauwe masturbatiesessie van een schrijver die er plezier aan beleeft zijn kwakje voor ons te deponeren.

Voor sommigen zal het niet makkelijk zijn achter de tomeloze fantasie de walg te zien die Brusselmans voor de wereld voelt, maar dat belet niet dat die er is. En zolang we in een vrij en verdraagzaam bestel leven, moet een schrijver toch zijn cynische statement kunnen richten tot een maatschappij, die er volgens hem zelf om vraagt?

Brusselmans komt bij velen zo schokkend over omdat hij symbolen durft aan te pakken die gevoelig liggen in Vlaanderen. Hij is zowat de enige schrijver die op de man durft te spelen. Patrick Conrad beschrijft in zijn thrillers hetzelfde karikaturale landschap, maar hij blijft hoffelijk: de gelijkenis met bestaande personen is bij hem louter toevallig.

Niet zo bij Brusselmans, die de Bekende Vlamingen met naam en toenaam noemt, zijnde half omroepend Vlaanderen en een selectie uit onze showbizz - al die geslaagde beautifull people uit de wachtkamers van dokters en tandartsen die omdat in Guggenheimer wast witter hun Onderbroek letterlijk wordt uitgetrokken - nu niet anders kunnen dan dreigen met processen.

Brusselmans heeft niets liever. Toegegeven, schimpen ten koste van een ander is tweederangs, en het legertje presentatrices en, zangeressen dat hij aanpakt, vormt een makkelijke prooi. Maar toevallig zijn deze ex-schoonheidskoninginnen de lievelingen van het Vlaamse publiek, dat in het klatergoud en succes dat ze op het scherm tentoonspreiden, zijn eigen stoutste dromen in vervulling ziet gaan.

Het is die duffe "schoonheidsschaal", die moeders hooggestemde maar niet in te lossen verwachtingen voor hun kinderen doet koesteren, die Brusselmans aan diggelen slaat. Zo haalt hij de illusies neer van een volk dat maar niet wil emanciperen, en dat is de nawerking van zijn slagen onder de gordel.
Natuurlijk kunt u tegenwerpen dat hij zelf zo lelijk is als de nacht en op zijn schoonheidsschaal heel slecht zou scoren. Misschien is Brusselmans' schrijversroeping wel een Freudiaanse afrekening met zijn moeder, en is hij inderdaad het gefrustreerde ventje dat velen in hem zien. Maar dat neemt niet weg dat zijn formule doet verkopen.

Is Guggenheimer wast witter ondanks alles dus een goed boek? Natuurlijk niet, het rammelt aan alle kanten en is zo oppervlakkig als wat. Verrassingen verwachten we allang niet meer van Vlaanderens mooiste, maar inzake plot klotst de roman in zo'n slaapverwekkend tempo door, dat de was op die manier onmogelijk proper kan worden.

Guggenheimer wast witter dreigt voortdurend de reclamewereld in zijn hemd te zetten, maar aan een kijkje achter de schermen komen we nauwelijks toe. Brusselmans had beter straattheater geschreven, want Guggenheimer bedrijft zijn business vanuit een beperkt aantal locaties. Bovendien wordt de situatiehumor zodanig uitgemolken dat het verhaal netjes in een paar scènetjes te verdelen valt.

Uiteindelijk speelt de nieuwbakken campagneleider alleen maar een paar vijanden en concurrenten tegen elkaar uit. En verder is zijn enige verdienste dat hij een aantal van zijn medewerkers en huisslaatjes aan elkaar koppelt. Van die vele zwart-wit getekende personages, allemaal even debiel, biedt alleen zijn secretaresse een beetje weerwerk... Dit is slapstick op zijn smalst.

Guggenheimer zelf heeft, ondanks de drukte die zijn hoofd doet "omlopen", soms flarden van luciditeit waarbij hij zichzelf ter discussie stelt. Het zijn momenten die hij helaas zo snel mogelijk onderdrukt. Onder de invloed van alcohol - hij slikt de ene "prince" na de andere, een walgelijke cocktail op basis van wodka - voelt hij zich Oppermachtig: "Vrouwen verkiezen een ongelukkig leven aan de zijde van een machtig man boven een saai leven aan de zijde van een machteloze stumperd. Want macht betekent avontuur, zowel voor de machtdrager als voor degenen in zijn nabijheid."

Het is een wetmatigheid die de wereld doet draaien, en Brusselmans benut zijn macht als schrijver om die gemeenplaats sterk te maken. Macht betekent onder meer: de anderen altijd een stapje voor zijn.

Brusselmans heeft zich als een Guggenheimer naar de top van de schuttingliteratuur gewerkt, maar hij zal alert moeten zijn om daar te blijven. Zijn aanhang overstelpen met een of twee zoethoudertjes per jaar zal niet volstaan: er bestaat nu eenmaal ook een wet van op- en neergang, en dat kan een nominatie tot ex-populistisch symbool evenmin verhelpen. Als de formule slabakt, wordt het product gedumpt...

Tijd dus voor Brusselmans om, eenzaam en verlaten in zijn Gentse schrijfkamertje, in zijn volgende boek de ondergang van Guggenheimer te beschrijven.

Goed, op het einde van Guggenheimer wast witter stort de bullebak al neer ter aarde, geplaagd door te veel denken... Maar in het vervolg - dat er ongetwijfeld komt - zou hij voor de verandering eens de vernederingen kunnen ondergaan die hij een ander aandoet. De rollen helemaal omkeren dus, en van de slapstick een tragikomedie maken. Ik denk dat Brusselmans dat wel kan: het zal hem wat meer ernst en energie kosten en wat minder geld in het laatje brengen, maar wie weet overtreft de loser die hij zo graag speelt, dan eindelijk zichzelf.