Maak het lettertype kleinerLettertype maatMaak het lettertype groter    Print deze pagina uit
Brusselmans is nog lang niet dood

Titel:          Brusselmans is nog lang niet dood
Auteur:     Pieter Leuridan voor Gazet van Antwerpen
Datum:     18-04-1998
Grootte:   386 woorden

Herman Brusselmans is bij tijd en wijle een fijnzinnig mens. Toeggegeven, het heeft ook ons zestien jaar en drieëntwintig boeken, of zoiets, gekost om tot dit schokkende inzicht te komen. Maar met zijn jongste bundel Bloemen op mijn graf (foto GVA), het sluitstuk van zijn gelijknamige tournee door Vlaanderen, laat de inmiddels veertigjarige Vlaamse god voor het eerst de binnenkant van zijn eeltige ziel zien. Via een bonte verzameling semi-autobiografische verhalen, columns, realistische beschouwingen en, godbetert, poëtische bevliegingen dalen we af in zijn donkerste depressies en beleven we zijn schaarse momenten van geluk. Drie vrouwen zijn bepalend voor die snel wisselende stemmingen: zijn eerste vrouw Gloria, zijn vriendin Phoebe en zijn overleden moeder. Vooral het onverwerkte verdriet om het verlies van zijn moeder levert adembenemend mooi proza op.

Maar als de meligheid dreigt, gaat hij die als vanouds met bot geweld, bijtend cynisme en de nodige foefen, toeters en tieten te lijf. Alleen al de aanhef van zijn seksuele fantasieën, waarin dit keer het beffen een prominente rol krijgt toebedeeld, is nog steeds voldoende om fatsoensrakkers en VTM-coryfeeën schuimbekkend de gordijnen in te jagen. Maar het contrast met het Reviaanse, plechtige woordgebruik bezorgt liefhebbers van het genre ongetwijfeld de lachstuipen.

Korte afstand

Brusselmans blijft in de eerste plaats de specialist van de korte afstand, zoals blijkt uit de selectie VPRO- en Humo-columns. Bedolven onder karrevrachten flauwigheden en bullshit, diepten we er pareltjes als Geraamtepijn, Blauwe annorak en Slepende vrouwen op.

Soms haalt de charmeur het daarin van de sexist: "...een vrouw die lacht, bezweert ieder gevaar, dooft de klauwende vlammen van de angst en laat de wanhoop in paniek het hazenpad kiezen". En soms ook niet: " ...als je wil neuken moet je de stomheid van vrouwen voor lief nemen".

In Eeuwige liefdes dreigt de zelfingenomen misantroop zelfs heel even tot inkeer te komen: "...Ten slotte voel ik ook Eeuwige Liefde voor mijzelf en die Liefde is een broodnodig tegengewicht voor de Haat die ik soms voel voor mezelf, de afkeer, de walging, de twijfel of ik niet beter iemand anders was geweest. Maar neen, ik ben niet iemand anders: ik ben geheel mijzelf." En dat lijkt ons al bij al nog het beste zo.

Herman Brusselmans: Bloemen op mijn graf, Prometheus Amsterdam, 287 p., 595 fr. Oordeel: ***