Herman Brusselmans heeft altijd een voorliefde gehad voor extreem cynische personages, die door angst en walging gedreven De Grote Hufter uithangen. Zo is zijn inmiddels legendarisch te noemen creatie Guggenheimer (uit: 'De terugkeer van Bonanza', 'Guggenheimer wast witter' en 'Uitgeverij Guggenheimer') voortdurend op zoek naar geld, status en een goeie pijpbeurt. En redeneert hij alles dat niet in dat streven past naar de vuilnishoop van de schepping.

In zijn nieuwe roman 'Pitface' gaat Brusselmans nóg een stapje verder door de gelijknamige hoofdpersoon zelfs niet meer warm te laten lopen voor aardse rijkdom of genot. Pitface is één brok mensenhaat zonder dienstbetrekking en schiet, tezamen met compagnon Brillekas, alles overhoop wat hem niet aan staat. Wat Brusselmans' inktzwarte boeken altijd weer redt is de achteloze humor die hij door werkelijk elke scène weeft en die je, ondanks de eentonigheid van het geweld, telkens opnieuw meeslepen naar de laatste bladzijde. Ook nu weer.

Pitface; Brusselmans, Herman; Uitgeverij Prometheus; 202 blz. ; fl. 31, 95