Maak het lettertype kleinerLettertype maatMaak het lettertype groter    Print deze pagina uit
Brusselmans kan beter vloeken dan schrijven

Titel:          Brusselmans kan beter vloeken dan schrijven
Auteur:     Felix de Vree voor Het Parool
Datum:     02-10-1987
Grootte:   551 woorden

Het omslagontwerp van Zijn er kanalen in Aalst? is gemaakt door het ontwerperscollectief 'Hard Werken', de inhoud is van overeenkomstige kwaliteit. Herman Brusselmans behoort samen met Tom Lanoye tot de nieuwe oogst van uitgeverij Bert Bakker. Zoals men wel vaker ziet menen jongere, pas beginnende schrijvers zich na een eerste succesje wel een produkt van minder allooi te kunnen veroorloven. Brusselmans gaat hierbij nogal ver: in Zijn er kanalen in Aalst? blijkt de schrijver nauwelijks iets van belang te vertellen te hebben, nauwelijks zijn Nederlands te beheersen, maar bovenal graag en veel te vloeken. 

Op de 192 pagina's wordt (bij voorbeeld) 82 maal 'godverdomme' gezegd, twaalf maal 'godverdomd', viermaal `godvergodverdomme'en twee maal 'godver'. Er zijn pagina's in het boek waar vier maal 'godverdomme' staat opgenomen. Dat is wat veel. Bij Brusselmans gaat nooit iets kapot, maar altijd iets 'naar de kloten', vrouwen zijn veelal 'kutwijven', mensen gaat niet zitten, maar 'plaatsen hun reet' ergens op. Brusselmans kan beter vloeken dan schrijven.

Het verhaal in Zijn er kanalen in Aalst ? verdient het nauwelijks te worden naverteld: man op kantoor heeft vervelende baan, raakt verliefd, maar zegt ten slotte (Brusselmans schrijft consequent: 'tenslotte') zowel baan als vriendin op. Daarbij hanteert Brusselmans een Nederlands van een merkwaardig soort. Wij doen een greep:

- 'Het was bij noenen'
- 'Hij vormde het telefoonnummer' 
- 'Een telefoon placeren' 
- 'Panikeren'
- 'De telefoon werd afgelegd' 
- 'Het huis poetsen'
- 'Mijn schoonbroer is advocaat' 
- 'Ze zag er haar leeftijd uit'

en zo zouden wij kunnen 'voortvertellen' Brusselmans is, kortom, van Belgische afkomst. Dat hoeft geen bezwaar te zijn mits het produkt van een dergelijke schrijver door een professionele eindredactaur in gewoon Nederlands zou worden omgezet. Uitgever Bert Bakker achtte dit niet nodig.

Ook in andere opzichten maakt het Nederlands van Herman Brusselmans een weinig overtuigende indruk. De lezer van Zijn er kanalen in Aalst? zit opgescheept met een boek waarin 'ik wordt' (p. 128) en 'hij een der weinige mensen op aarde was die bijzonder trots was op een VW Polo' (p. 70).

Herman Brusselmans schrijft: 'Hij verliet het bureau, stapte in de lift en wat later stapte hij weer uit de lift.' Dat lijkt zeer verstandig: wie zou er zijn verdere leven in een lift willen verkeren?
Herman Brusselmans schrijft: 'Hij mompelde bij zichzelf', want bij Herman Brusselmans mompelt nooit iemand bij een ander.

Bij Herman Brusselmans zijn er 'momenten die zich daar zelf voor aanbieden'. Ook is het in Zijn er kanalen in Aalst? vaak 'redelijk vroeg in de loop van de ochtend'.

En dan de namen. Het lijkt zaak vrouwen met een zo mallotig aandoende naam op te schepen: Overkill, Windflower, Fidelity, Vochtige Kut, Valium, Pico, Starlight. Mannen heten dan vanzelfsprekend Schuyfcaes of Chosoma. Gebruik een zo idioot mogelijke naam en je schrijft literatuur. Denkt Herman Brusselmans.

Ook aan humor geen gebrek in dit boek. Woordspelingen bij de vleet: 'In z'n hoofd holde de kater nog steeds achter de muizenissen' aan' of, ook erg geestig, 'Ik pak je grootmoeder haar krukken af en steek ze in haar neusgaten. Dan zal ze tenminste een lopende neus hebben!' Herman Brusselmans zal het nog ver brengen in de Nederlandse letteren.

Herman Brusselmans: Zijn er kanalen in Aalst ? Uitg: Bert Bakker. Prijs: f 24,90