Toen het boek 'Uitgeverij Guggenheimer' twee jaar geleden verscheen, werd de auteur Herman Brusselmans voor de rechter gesleept door de Vlaamse mode-ontwerpster Ann Demeulenmeester. Zij was woedend over de beschimpingen en de seksuele fantasien die Brusselmans bij monde van het hoofdpersonage over haar uitte.

Belachelijk, vond 'De oppergod van de Vlaamse Lett'ren', zoals Brusselmans zichzelf graag noemt. Hoe kon hij nu berispt worden voor wat de personages in zijn boeken zeiden of fantaseerden? Voor de rechter kreeg de mode-ontwerpster gelijk en het boek mocht bijna twee jaar niet verkocht worden.

Nu het boek uiteindelijk toch weer in de winkels ligt, zal de oppergod zeker het gevoel hebben dat de literatuur gewonnen heeft en slaat de oppergod genadeloos terug. In zijn nieuwe boek 'Pitface 'legt Brusselmans het principe van fictie nog eens ondubbelzinnig uit. 'Ik heet Pitface en mijn naam doet er niet toe. Ik ben van vlees en bloed en ik ben een personage in mijn eigen roman', luiden de eerste regels van het boek dat een parabel is.

Het verhaal is, zoals gebruikelijk bij Brusselmans, bijna te dun om na te vertellen. Brusselmans - pardon: Pitface - heeft een uiterst somber beeld van de 21e eeuw. Moord is niet meer immoreel, ideologien bestaan niet langer, kortom: misdaad bestaat niet en kunst ook niet. Pitface, schrijver van drie boeken, laat zijn schrijverscarrire voor wat die is en zoekt zijn heil op straat. Met een krankzinnige vriend Brillekas slaan ze als twee Vlaamse psycho's om zich heen in hun plan een nieuwe drug te stelen en te dealen. Geen hoofdstuk of er wordt iemand doodgeschoten, een oog ingeprikt of een clitoris tot moes geknepen. Daarbij zijn de hoofdpersonages behoorlijk racistisch. Ze hebben een hekel aan nikkers en nichten. Aan joden niet echt, zolang ze maar niet zielig doen: 'Er zijn zo veel mensen die de hel van Auschwitz hebben overleefd, moet je daar drie kwartier lang over zeiken.' Uiteraard moet de lezer absoluut niet denken dat die ideen en dat gedrag ook maar iets te maken hebben met Brusselmans zelf.

Zelfs niet als op de laatste pagina staat: 'Ik ben Herman Brusselmans', zei Pitface, 'en al de rest is schijn.' De trouwe Brusselmansfans zullen aan dit ver doorgevoerde spel met schijn en werkelijkheid in deze parabel geen boodschap hebben. Zij krijgen gewoon wat ze van Brusselmans in zijn dertig eerdere publicaties ook al kregen: makkelijk, soepel geschreven leesvoer met harde grappen.
Herman Brusselmans: Pitface, een parabel.

Uitgeverij Prometheus. Prijs: 31,95 gulden.