Maak het lettertype kleinerLettertype maatMaak het lettertype groter    Print deze pagina uit
Op de barricaden voor de leegte

Titel:          Op de barricaden voor de leegte
Auteur:     Xandra Schutte voor Vrij Nederland
Datum:     27-11-1999
Grootte:   1619 woorden

In Herman Brusselmans' 'Uitgeverij Guggenheimer' schuilt, nu het een affaire is geworden, veel ironie. Want precies waar de uitgever in de roman op uit is, boeken produceren met de succesformule 'echt gebeurd' is ook de roman van Brusselmans overkomen. Wat is het boek waard?

Zo gaat het. Als schrijvers de hoofdrol spelen in een affaire worden ze onzichtbaar. Niet letterlijk natuurlijk, want ze staan vaker in de krant dan ooit, maar wel figuurlijk: ze worden van persoon van vlees en bloed een papieren personage. Ze worden louter naam. Martin Amis formuleerde het mooi na het uitroepen van de fatwa van ayatollah Khomeiny: Salman Rushdie was daardoor naar de voorpagina's verdwenen. Zijn naam was van een schrijversnaam de noemer van een maatschappelijke kwestie geworden. Een naam sec. En de boeken waar het om gaat krimpen ineen tot een titel en een aantal gewraakte passages.

De afgelopen weken was Herman Brusselmans, vooral in de Vlaamse media, voortdurend voorpaginanieuws. Niemand die het niet weet: in zijn nieuwste roman, Uitgeverij Guggenheimer, het derde deel over de grof besnaarde en dwangmatig vuilbekkende mediatycoon, heeft hij de Vlaamse modeontwerpster Ann Demeulemeester, bij monde van zijn hoofdpersoon, zodanig beledigd dat zij naar de rechter is gestapt. Iedereen heeft kennis kunnen nemen van de kwetsende citaten: Ann Demeulemeester is een `dwergpoliep met puitogen en haar van op haar pruim tot op haar rug' met een twijfelachtig pijptalent, die ze `standrechtelijk moeten fusilleren'. En iedereen weet dat de rechter oordeelde dat het recht op vrijheid van meningsuiting is misbruikt en moet wijken voor de bescherming van het privéleven van Ann Demeulemeester. In Vlaanderen is het boek kortom uit de handel genomen. Het gevolg: iedereen die zich in Vlaanderen schrijver noemt heeft zich inmiddels over de affaire Brusselmans uitgelaten. Er is geen columnist in Vlaanderen en Nederland die zijn standpunt niet, liefst in op Brusselmans geïnspireerd scheldproza, op papier heeft geslingerd. Zware beschuldigingen vlogen daarbij over en weer: boekverbranding!
 
Brusselmans is een regelrecht gevaar voor de vrijheid van meningsuiting, fatwa! Kristien Hemmerechts gaf steun: 'Als Herman zegt dat ik hangtieten heb, neem ik dat nooit persoonlijk op,' en gaf aan hoe vertederend ze het vond dat Brusselmans' vriendin op de televisie vertelde dat Herman over veel `beftalent' beschikt. Veerle de Wit, de vrouw van Hugo Claus, viel hem aan: 'Ik denk dat hij een probleem heeft met zijn lul.' Vriend Tom Lanoye stelde een petitie op, 'Burgers Tegen Censuur', die werd ondertekend door `grote namen' als Connie Palmen, Remco Campert, Gerrit Komrij en Joost Zwagerman. Een lezer van De Standaard riep op tot een tegenactie: 'Lezers Tegen Rotzooi'. En een groep prominente Vlaamse (ex-)politica's steunde het publicatieverbod ronduit: `De wijze waarop hij individueel herkenbare vrouwen behandelt, is schokkend.'

De andere gevolgen zijn minstens even voorspelbaar als het eerste. In alle columns en mondelinge reacties gaat het niét over het boek Uitgeverij Guggenheimer, maar over de affaire. De paar recensies die voor de rechtszaak verschenen maakten het boek met de grond gelijk - de lezer kan het niet deren. Titel en zaak zijn genoeg: de boeken vliegen als warme broodjes de winkel uit, de eerste druk is al uitverkocht en dat op de tweede druk een buikbandje met de tekst `Alleen in Nederland verkrijgbaar' is aangebracht vormt voor de Vlaamse lezers ook geen belemmering. Het loopt storm in de boekhandels van de Nederlandse grensgemeenten.

Het loont om de roman nog eens te beschouwen. De affaire wordt er nog ironischer door. In Uitgeverij Guggenheimer heeft de mediatycoon Guggenheimer namelijk een lumineus idee. Zijn televisiestation B.O.N.A.N.Z.A loopt als een tiet, hij verveelt zich stierlijk, beidt zijn tijd met het drinken van `miljaardedzju's' onvermoeibaar wordt om de pagina uitgelegd dat dat een glas wodka is waarin een theezakje twee minuten heeft getrokken - en het danig vingeren, beffen, neuken en vooral 'neuzen' van gewillige meisjes en vrouwen. Bijna elke bladzijde moet Guggenheimer dan ook, vanwege dat 'neuzen', zijn fors geschapen neus wassen. En dan heeft hij gelukkig een ingeving. Televisie is out, bedenkt hij, lezen is in. Hij gaat een uitgeverij beginnen, een uitgeverij die zijn eigen naam draagt. Niet dat hij overigens leest. Pas 'als de hel een nieuwe bestemming krijgt als ijssalon gaat deze Guggenheimer een boek lezen'. En: 'Je hoeft geen pianobouwer te zijn om quatre-mains te componeren.'

De ironie: veel van de columnisten, petitie-ondertekenaars en meningengevers zijn zelf in zekere zin Guggenheimers - ze hebben het boek niet gelezen. En de ironie gaat verder. Uitgeverij Guggenheimer is, als je de zouteloze roman althans heel welwillend interpreteert, een schelmenroman waarin het hedendaagse uitgeven satirisch op de hak wordt genomen.

Guggenheimer wil drie boeken uitgeven, drie megabestsellers, de nummer één, twee en drie in de boekentoptien. Daartoe ontdoet hij zich met zijn chauffeur, een voormalig lid van de Bende van Nijvel, eerst van potentiële concurrenten: Hugo Claus en zijn vrouw worden gemolesteerd, Jef Geeraerts en zijn vrouw wordt zodanig de schrik aangejaagd dat ze een hartverlamming krijgen, en 'de lesbische hoer' Monika van Paemel, die 'uit feministische overwegingen in 1967 heeft gezworen dat ze nooit meer seks zou hebben' wordt verkracht waarna ze met glimlach van verrukking in een kliniek belandt. (Is dit leuk? Nee, dit is niet leuk.
 
Voor de meeste grappen in Uitgeverij Guggenheimer is `melig' zelfs een te complimenteuze kwalificatie. Zijn dienstmeisje, een `Hutu-chick', noemt Guggenheimer Tutsi. Leuk? Een 'Klein-Joegoslavisch' vrouwtje heet voor hem Kosova, Aziaten betitelt hij als rijstkakkers, door hem 'geneusde' vrouwen blijken steevast een bruine streep in hun onderbroek te hebben, als ze niet al braambossen in hun ongeschoren oksels hebben. Leuk?)

Maar het uitgeefplan van Guggenheimer behelst meer, hij zorgt ervoor dat zijn succesboeken en de werkelijkheid alles met elkaar van doen hebben. Het is een beproefd recept: de afgelopen jaren zijn bestsellers vooral boeken waarin literatuur en werkelijkheid hand in hand gaan; de woordjes 'echt gebeurd' zijn er de grootste aanbeveling voor. Guggenheimer doet het zo.
 
Zijn chauffeur wurgt wat onschuldige meisjes, zijn tv-station covert de moorden, de schrijvers gebruiken het als verhaalstof, en in de talkshows van B.O.N.A.N.Z.A. treden ze op. 'Literatuur en bruut, zinloos geweld, waar moet dat heen?' laat Brusselmans een nieuwslezer zeggen. Literatuur en bruut geweld, het blijkt het juiste recept voor succes. Aan het eind van de roman is de missie van Guggenheimer geslaagd. De ironie wil dat de combinatie van literatuur en bruut, verbaal geweld ook Brusselmans zelf geen windeieren heeft gelegd. Net als de roman heeft Uitgeverij Guggenheimer, doordat het onderwerp is geworden van een affaire, weten door te dringen in de werkelijkheid. Niet vanwege 'echt gebeurd', wel door het gebruik van 'echte' namen en een 'echte' rechtszaak. In zekere zin loopt de thematiek van Uitgeverij Guggenheimer vooruit op het lot van de roman in de werkelijkheid.

Er is nog meer ironie. Het is uiteraard zeer nobel dat zoveel collega-schrijvers voor Brusselmans in de bres zijn gesprongen. 

Ze moeten ook wel, want het verbod dat het boek van Brusselmans treft kan in de toekomst ook hun boeken treffen. En juridisch maakt het, als het om verbieden gaat, niet uit of het om een goed boek of een slecht boek gaat. Maar jammer is het natuurlijk wel dat al die principiële woorden - censuur, vrijheid van meningsuiting, broodroof - van stal worden gehaald voor de benedenmaatse slapstick die Uitgeverij Guggenheimer is. W.F. Hermans zei ooit dat als je raak wilt schieten je iemand niet door de hoed moet schieten, maar door het hoofd. Brusselmans schiet alleen met losse flodders, in de buurt van de hoed komt hij niet eens. Alle verdedigers van Brusselmans roepen wel om het hardst dat hij schelmenromans schrijft waarin anti-maatschappelijke eenlingen zonder enig gewetensbezwaar de wetten en regels van de burgerlijke samenleving met voeten treden, uiteindelijk is Uitgeverij Guggenheimer een satire die niets kritiseert. Dat hij fictie schrijft - en fictie staat, kennelijk, boven de wet. In de roman wordt gekwetst om het kwetsen; aan de kaak gesteld wordt niets. Het is fictie zonder inzet.

Jawel, Uitgeverij Guggenheimer is, zoals dat heet, een politiek incorrect boek. Het is, om de geijkte etiketten maar even te plakken, schaamteloos seksistisch, racistisch en anti-semitisch. Behalve Ann Demeulemeester, Claus, Geeraerts en de barones Van Paemel wordt een hele stoet BV's (Bekende Vlamingen), liefst letterlijk, te kakken gezet. Wel tweehonderdvijftig, als we Brusselmans mogen geloven. De vraag is alleen: waartoe? Om een wereld te choqueren die zo tolerant - of onverschillig - is dat ze allang niet meer gechoqueerd kan worden? Uit opportunisme, ter bevordering van de verkoop? Om de stilte - een recensietje hier, een interviewtje daar, maar alles keurig in het ongevaarlijke - die de meeste literaire boeken vergezelt te doorbreken? Zo bezien is de gekwetstheid van Anne Demeulemeester een zegen. Eindelijk iemand die niet oorverdovend onverschillig is, iemand die de literatuur niet rustig thuislaat in haar domeintje van amusement op stand. Maar dan nog: Uitgeverij Guggenheimer speelt op de man, van een zaak is geen sprake.

Het maakt dat de argumenten ter verdediging van het boek iets potsierlijks krijgen. En dat niet alleen omdat een zouteloze roman de vaandrager van de literaire vrijheid is geworden. Het zijn aloude argumenten die voor de gelegenheid slordig worden opgepoetst, maar ze lijken niet meer adequaat. Een pervettering van oude idealen, dat is het eerder. Eeuwenlang hebben schrijvers geijverd voor het ideaal van de vrijheid van drukpers, zijn ze uitgeweken om hun maatschappijkritische geschriften in een toleranter land uit te geven, hebben ze ondergronds gepubliceerd - in veel niet-westerse landen doen ze dat nog steeds. Het was altijd omdat ze, hoe satirisch of kluchtig hun toon ook was, iets wilden zeggen. De schrijvers die Brusselmans steunen staan op de barricaden voor een grote leegte. Voor niets. 

Uitgeverij Guggenheimer door Herman Brusselmans Uitgeverij Prometheus (317 p., f34,90)