Kenners zijn het erover eens: de beste voetballer ter wereld in de tweede helft van de jaren negentig heet Mario Esmeraldo Pinos El Dos Favor Pièta Del Mare Sancho Eritréá Alamos Frida Samos Francesco Machon Luiz Nazario de lima, die we heter kennen als Ronaldo (Spaans voor 'klezelsteentje') of - voor de ingewijden - Ronaldito (Spaans voor 'heel erg klein klezelsteentje'). Vergelijkingen over tijd en ruimte heen zijn af te raden, maar toch kunnen we gerust stellen dat Ronaldo qua voetbalgenie de evenknie genoemd mag worden van mythische grootheden á la Garrincha. Euschie, Pele, Rivera, Cruijff en Raoul 'Lotte' Lambert, al heeft Ronaldo tot nu toe, op z'n tweeëntwintigste, allicht meer geld verdiend dan Raoul 'Lotte' Lambert in z'n hele carrière als voetballer én als potendraaier bij schrijnwerkers "t Salongtafelken' in Ardooie. Een ander verschil tussen Ronaldo en Lambert is dat Ronaldo gemakkelijker te interviewen valt, in die zin dat hij tijdens het praten een ietsje minder broddelt, stottert, over z'n woorden struikelt, medeklinkers inslikt, klinkers opeet, in je gezicht rochelt, continu de draad kwijt is en ongemerkt onder het tapijt probeert te kakken dan zijn illustere Brugse voorganger. Toen ik me zat af te vragen: 'Wie zou ik in het kader van het WK '98 eens gaan interviewen: Ronaldo of Raoul 'Lotte' Lambert ?' was de keuze dan ook snel gemaakt. Aldus belde ik vooreerst naar de Lotte, hem meldende: 'Raoul, 't zal voor een volgende keer zijn', waarna ik mijn koffers pakte en afreisde naar Pirouet Aux Salamandre, het piepkleine doch prachtige Franse dorpje ten zuiden van de Alpen, de Pyreneeën, de Loire, de Seine, de Ardéche, de Bourgogne, de Guyenne, de Pistache, de Gascogne, kortom te veel om op te noemen.
Hier, aan de oevers van het vooral om zijn zalm beroemde riviertje, La Merluche, bereidt het Braziliaanse team zich voor op haar wedstrijden kaderend in de strijd om de Coupe. Ik boekte een kamer in het rustieke hotel La Pute Sans Zizi, niet alleen voor de gezelligheid maar ook omdat het zo goedkoop is: slechts zes Franse frances voor une baguette au fromoge en une chope, waarbij je zoveel mag nemen als je wil, tenzij je later in je bed braakt, want dan wordt de hond op je losgelaten. Aáááhh, die typische Franse mentalité, wat ben ik er toch dolle op. Doch waar had ik het over ? Welja, op woensdag 27 mei jl. verliet ik des ochtends in de vroegte mijn hotel, mij te voet begevende naar het luxueuze trainingscornplex Le Complexe, in hetwelk de Braziliaanse Superelf en haar entourage hun tenten hebben opgeslagen. De perschef van de ploeg, doctor Von Börmann, begroette mij hartelijk en vertelde mij dat zijn favoriete poulain vijf minuutjes te laat zou zijn omdat hij eerst nog eens aan zijn fluit wilde trekken. 'Selbstverständlisj, Herr Doctor,'zei ik begrijpend, en bestelde in de tussentijd aan de bar van de schitterende kantine een café contraire au lait de chevrette, een plaatselijke specialiteit. Even later verscheen de magische voetballer in al zijn rijzige, zo goed als kale gespierdheid. Doctor Von Börmann zei nog tegen mij: 'Als u een pianosnaar nodig heeft moet u maar... Ik bedoel, veel succes met het interview.' 'Uberhaupt, Herr Doctor,' bedankte ik hem. Vervolgens verdween de doctor in ganzenpas. Ronaldo en ik gingen zitten in fauteuils van uitstekende makelij en ik bood de magische spits een drankje aan. Hij bestelde echter een coupe banane van heb ik je daar, wat me godverdomme op quarante frances kwam te staan. We begonnen desondanks aan het interview. Uit zijn PSV-tijd heeft Ronaldo een serieus mondje begrijpelijk Nederlands overgehouden, zodat ik mijn Spaans op stal kon laten.
HERMAN : Ronaldita, heb je lang getwijfeld voor je besloot voetballer te worden?
RONALDO : « Ja. Ik bedoel: Nee. Kan je geloven dat ik Ja en Nee wel eens door elkaar haal ? Net als Links en Rechts, vandaar dat ik tweevoetig ben. Of Gisteren en Morgen. Stuurboord en Bakboord. Scrotum en Clitoris. Dat soort dingen. Haal ik allemaal geregeld door elkaar. Het is iets in mijn hersens. Op heel jonge leeftijd heb ik ooit eens, tijdens een kopbal, mijn hoofd gestoten aan de deklat. Dat is nooit meer helemaal goed gekomen. Je moet rekenen dat de deklatten op het Brazillaanse platteland van massief beton zijn. Zo vallen ze moeilijker te jatten.»
HERMAN : Wat ons bijna automatisch bij je jeugd brengt. Vertel daar eens wat meer over, Ronaldito.
RONALDO : « Wel, ik werd geboren in een gezin van elf kinderen in het dorpje Santo Eugenio, ten noorden van Campo Grande. Mijn vader was computerspecialist en rnijn moeder was bedlegerig, waarbij we om beurten haar nachtvaas moesten ledigen in de dichtstbijzijnde rivier, de Paraguay. Onderweg voetbalden we dan een beetje, ik en mijn broertjes Pico, Bandeiro en Rio en mijn zusjes Maracho, Paula en lpiranga. Mijn andere broers en zusters hielden zich meer bezig met honkbal, waterski, duivensport en stijldansen. Mijn vader, Caballo, steunde zijn kinderen in al hun hobby's en wij steunden hem in de zijne, het naschilderen van prerafaclitische landschappen op kaasdoek. Moeder bemoeide zich nergens mee, die was al blij dat we twee keer per dag haar nachtvaas ledigden en drie keer per week met de kruiwagen haar huidschilfers wegbrachten naar onze buurman, El Loco, die ze gebruikte om er bedkussens mee te vullen, omdat in ons dorp altijd gebrek was aan kippenveren.»
HERMAN : Hoe kwam dat, Ronaldito?
RONALDO : « Ik zou het bij God niet weten. Ik heb dan ook niet lang in dat dorp gewoond. Al voetbalend op mijn dagelijkse tocht naar de rivier werd ik immers op zeer jonge leeftijd ontdekt door een talentscout van Botafago, waar ik meteen in het pupillenteam werd gedropt. Het eerste seizoen scoorde ik vierhonderdtweeënzestig doelpunten en gaf drie assists.»
HERMAN : Je ouders, broertjes en zusjes waren erg trots op je, zo kan ik me voorstellen.
RONALDO : « Dat viel knap tegen. Ze besteedden hun tijd vooral aan mijn broer Brazza, die het tot duivenmelkkampioen van Pórto Alegre had geschopt, dank zij zijn prijsbeest Esperanza, bijgenaamd 'De Duif met de Zes Longen.' Mijn moeder had zich ondertussen bekeerd tot het Mormoonse Geloof en zoals je weet, Hermano, is het Mormonen verboden te e-mailen zodat ik ook van mijn lieve mammelito sindsdien niks meer heb vernomen. Maar ja, zo is het leven. In mijn tweede seizoen maakte ik zeshonderdentwaalf goals maar geen enkele assist. Mijn derde seizoen was redelijk matig, tweehonderdtachtig goals, één assist. Dat kwam omdat ik ondertussen verliefd was geworden op het meisje van mijn dromen, Maria. Ach, als ik denk aan haar lange zwarte haren, haar dikke prammen, haar hitsige scrotum, dan laat mijn geheugen mij in de steek. Ik weet zelfs niet eens meer hoe ze heette.»
HERMAN : Maria.
RONALDO : « Godverdomme, je hebt gelijk! Hoe weet jij dat, Hermano?»
HERMAN : Research, Ronaldito. Doch nu verder over je carrière. Hoe verliep die na je strapatsen bij Botafago?
RONALDO : « Dank zij het werk van de Nederlandse talentscout Dik Trompetvogel kwam ik in de picture van diverse Hollandse clubs. Ik zal Dik daarvoor eeuwig dankbaar zijn. Als je dit leest: vele groeten, Dik. En ook groeten aan je vrouwtje Suus en je belde kinderen Arend en Volleweijde. Tjonge, Hermano, die Volleweijde, die was twaalf en die kon al pijpen als een veertienjarige stoephoer. Enfin, Dik wilde me onderbrengen bij RKC Waalwijk, tot Huub Stoofknuppel, de junior assistent managing supervising subdirector Afdeling Betaald Jeugdvoetbal van PSV, erop aandrong dat ik naar Eindhoven zou komen. Alsje dit leest: vele groeten, Huub.»
HERMAN : En toen begon het grote avontuur?
RONALDO : «Dat kan je wel zeggen, ja. Je moet rekenen dat ik nog nooit in Eindhoven geweest was. Het enige wat in Brazilië bekend is over Eindhoven is dat het een gematigd zeeklimaat heeft en dat het dicht bij de Belgische grens ligt. Dat laatste zei me niet veel want in Brazilië is over de Belgische grens helemaal niks bekend.»
HERMAN : Wist je dan niet dat in Eindboven de Philips-fabrieken gevestigd zijn?
RONALDO : « Maar bah neen, jongen. Ik dacht zelfs dat ze in Tilburg gevestigd waren! Dat heb ik later meer dan eens moeten horen van de boys! Vooral Cees Stam liet niet na om me er telkens weer met de neus in te wrijven. Veel gelachen in die tijd. Als je dit leest: fuck off, Cees.»
HERMAN : Hoe kijkje terug op je periode als jongeman in Eindboven en voetballer bij PSV?
RONALDO : « Een zeer trieste periode. Beeld het je even in: een straatjoch uit Brazilië, zomaar gedropt in het zuiden des lands van een West-Europese democratie. Het was alsofje een haas in een konijnenkot zette. De cultuurshock kon niet groter zijn. Ik sprak de taal niet, ik kende het eten niet, de lijm snoof helemaal anders dan bij ons. En dat gematigd zeeklimaat had ik ook beter verwacht. Ik herinner me mijn eerste wedstrijd voor PSV, een oefenmatchke tegen amateurclub De Snokkers uit Noordeloos. Er viel een druilerige sneeuw, de scheidsrechter droeg een rokje en na tien minuten ging de verlichting uit.»
HERMAN : Na hoe lang zeg je ?
RONALDO : « Na tien minuten. Gelukkig had ik tegen dan al twaalf keer gescoord en kreeg ik een applausvervanging, net als alle andere spelers want de wedstrijd werd, vanwege het uitvallen van die verlichting, stilgelegd door mevrouw de scheidsrechter, die naderhand in de kantine een bijzonder leuk mens bleek, en me mijn eerste woordje Nederlands leerde. 'Naaimijbruinehond'. Nooit geweten wat het betekende. Ik heb dat wijf wel nog geneukt die avond, net als haar twee lijnrechters. Ik denk dat ik nog een coupe banane neem. gij nog iets, Hermano?»
HERMAN : Nou. doe rnij nog gerust een café contraire au lait de chevrette. Loopt lekker naar binnen.
RONALDO : « Vertel mij wat, meid. Waar waren we gebleven? Ik was alweer 'ns topscorer geworden en ik ging praten met het bestuur over een contractaanpassing. Weet je wat ze me boden? Vier miljoen gulden per wedstrijd, een maandloon van achttien miljoen en een gulden per goedgekeurd doelpunt. Een gulden! Weet je wat ik deed? Dat hele Holland de kelere toewensen en snel als de wind naar Barcelona.»
HERMAN : Viel dat al bij al wat mee?
RONALDO : « Ik mocht niet klagen. Zes miljard peseta's per uur, m'n eigen twaalf Ferrarïs, een dakappartement op de Ramblas, en m'n persoonlijke website, whatever that may be. Bovendien bleef ik aan de lopende hand scoren. Tegen Santander maakte ik eens twee doelpunten tegelijk. Dat was geleden sinds de rechtsback van Manchester City, John Muts, in 1903 hetzelfde presteerde, met dat verschil dat het bij Muts twee own-doelpunten waren en bij mij niet. Ik moet je niet vertellen dat Barcelona mij op den duur niet meer naar mijn standaard kon betalen.»
HERMAN : Zodat je naar Inter Milaan trok. Hoeveel verdien je daar, Ronaldito?
RONALDO : « Dat mag je gerust weten, Brazilianen kennen geen geheimen. Bij Inter krijg ik één komma zes triljard lire per vier seconden dat ik op het veld sta. En per doelpunt dat ik maak mag ik gratis naar de cinema. Het zijn die kleine menselijke gebaartjes die het verschil maken tussen Spanjaarden en Italianen. Spanjaarden zijn onbehouwen, macho zwijnen die geen rekening houden met de mens achter de vedette. Italianen zijn onbehouwen, macho zwijnen die wél rekening houden met de mens achter de. vedette. Dáár zit, het verschil, Hermanito. Heb je verder nog vragen? Ik zou een uurtje of zes willen gaan rusten want vanavond moet ik een heel kwartier trainen. Ik word al moe als ik eraan denk.»
HERMAN : Nog één vraagje, Ronaldito.Wat vind je ervan dat er iedere dag ter grootte van honderd voetbalvelden een stuk regenwoud wordt weggekapt ?
RONALDO : « Ik vind het idioot. Er zijn al voetbalvelden genoeg in Brazilië. Dat ze godverdomme honderd basketvelden wegkappen! Weetje dat mijn gehandicapte broertje Homeros zijn basketoefeningen moest doen in de slaapkamer van mijn moeder! Zijn astma is daar geenszins door verbeterd, dat kan ik je verzekeren. De hele dag basketten in een wolk huidschilfers, daar gaan je rebounds niet van op vooruit. Ha, daar is doctor Von Börmann.»
DOCTOR VON BORMANN : « Herr Nazario de Lima, U moet gaan slapen.»
RONALDO : « Sicherlich, Herr Doctor. Tot ziens, Hermanito.»
HERMAN : Slaapwel, Ronaldito. Veel succes. Doctor Von Börmann kijkt de wegsloffende wereldster na en zegt : 'Dolf wist wel raad met dat soort gekleurde lummelaars... Ik bedoel, was het een aangenaam interview, Herr Brusselmans?' 'Sehr, Herr Doctor,' verzeker ik hem, en ik stap terug naar hotel La Pute Sans Zizi, onderweg nu en dan tegen een kiezelsteentje trappend. Waar zijn de tijden dat ik zelf bijna een wereldster was? Voorgoed voorbij.
Gescand door Michiel