Schrijver Herman Brusselmans provoceert en irriteert voor de lol
Is Herman Brusselmans een brutale zeur en slijter van melige kletskoek of de spiegel van zijn 'no future'-generatie die het hedendaagse levensgevoel schitterend verwoordt? In Vlaanderen worden er heuse debatavonden aan gewijd. In Nederland is het niet anders.
Door de literaire kritiek wordt hij of geroemd als "ontzettend geestig" (De Arnhemse Courant) of neergesabeld als "de karikatuur van de hevig zwetende komiek die op het lege podium nog zijn hijgerige tapdanskunstjes staat te vertonen terwijl alle lichten in het gebouw allang uit zijn en de laatste toeschouwers al uren geleden vertrokken" (De Tijd).
Zijn nieuwste boek 'De geschiedenis van de Vlaamse Letterkunde' zaait nog meer verdeeldheid. Sommigen lezen dit bulderend van de lach, anderen wenden vermoeid en geïrriteerd het hoofd af bij het zoveelste "klote", "pissen", "kakken" en andere schuttingtaal.
Hoe het ook zij, Herman Brusselmans staat in het middelpunt van de belangstelling. Is het niet door zijn optredens of de kwaliteit van zijn werk, dan toch door zijn nauwelijks bij te houden produktie.
Vorige herfst publiceerde hij de roman 'Zijn er kanalen in Aalst' en dit voorjaar 'De Geschiedenis'. Intussen gooide uitgever Bert Bakker zijn vier vorige boeken in een goedkope editie op de markt, met alle gevolgen van dien. In Vlaanderen staat Brusselmans met 'De geschiedenis van de Vlaamse Letterkunde' en 'De man die werk vond', zijn beste roman overigens, in de toptien.
- Sommigen noemen uw werk 'absolute lulkoek', anderen vinden het onveranderlijk prachtig. Hebt u daar een verklaring voor?
"Ik sta voortdurend in de belangstelling. Dat irriteert zeer veel mensen, ook sommige critici. De ergernis over mijn werk is soms zo heftig dat ze omslaat in pure haat; zoals onlangs bleek uit de kritiek van Koos Hageraats in 'De Tijd'. Mijn vorige boek vond hij nog te doen maar enkele maanden later sta ik daar alweer met nieuw werk, en dat werkt bij bepaalde mensen op de zenuwen."
"Maar iemand als Joost Zwagerman heeft wél sympathie voor mijn werk en mijn opstelling in de literatuur. Hij wil meer beweging en schwung in de letteren en daar ben ik natuurlijk voor. Hoe meer heibel, hoe beter. Als mensen meer boeken lezen omdat een schrijver in de goot plast, dan moet dat maar gebeuren. Eén van de verwijten die ik vaak krijg is dat ik me voortdurend herhaal. Maar mag ik alstublieft zelf beslissen!"
- Dat verwijt klopt wel een beetje. In het begin viel u op door een zeer aparte, eigengereide stijl maar het dreigt een stijltje te worden.
"Ik hoef me daar niets van aan te trekken. Ik heb mijn eigen normen. Ik bied een uitgever nooit een boek aan dat ik zelf slecht vind. Over 'De Geschiedenis van de Vlaamse Letterkunde' had ik mij...
Gerelateerde boeken: